Een asielzoeker mag hier in Nederland blijven als hij een gegronde vrees voor vervolging heeft, of een onmenselijke behandeling vreest. Dan komt hij in aanmerking voor een verblijfsvergunning. Aan zo'n besluit gaat het nodige onderzoekswerk vooraf.
Zolang de asielprocedure loopt, hebben asielzoekers het recht om in het land te blijven. Mensen die na het doorlopen van de asielprocedure niet in aanmerking komen voor bescherming als vluchteling, hebben geen recht op verblijf in Nederland. Zij kunnen worden uitgezet naar hun land van herkomst.
Een asielzoeker krijgt een verblijfsvergunning als hij te vrezen heeft voor oorlog, doodstraf of executie, marteling of een andere onmenselijke of vernederende behandeling in het land van herkomst. Deze beslissing neemt de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).
Mensen met een asielstatus krijgen eerst een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd (5 jaar). Deze vergunning wordt na 5 jaar meestal omgezet in een vergunning voor onbepaalde tijd.
Asielzoekers uit andere landen wachten veel langer. In 2021 kregen relatief veel asielzoekers een vergunning omdat het aandeel kansrijke nationaliteiten dat werd behandeld door de IND, groter was dan in voorgaande jaren. In 2020 en 2021 kampte de dienst met grote achterstanden.
' Afgewezen asielzoekers krijgen 28 dagen om weg te gaan. Als hun land van herkomst hen echter weigert terug te nemen, krijgen ze van IND een 'buitenschuldvergunning' en mogen ze toch in Nederland blijven.
Het afgelopen jaar zijn er meer dan 68 miljoen mensen op de vlucht in de wereld, en de drie grootste gastlanden zijn Turkije, Pakistan en Oeganda, waar momenteel veruit de meeste vluchtelingen een veilig onderkomen vinden.
EU-landen worden niet verplicht asielzoekers op te nemen, ook niet in crisissen. De Europese Commissie gaat EU-lidstaten niet verplichten om bepaalde hoeveelheden asielzoekers op te nemen, blijkt uit het woensdag gepresenteerde Migratie en Asiel Pact.
Vluchtelingen uit Oekraïne mogen zonder verblijfsvergunning 90 dagen in Nederland blijven. Ze kunnen tijdelijk bescherming krijgen in Nederland door de Richtlijn tijdelijke bescherming van de Europese Unie. Wie daaronder valt mag tot 4 maart 2024 in Nederland blijven.
Sommige Europese landen, zoals Hongarije, weigeren vluchtelingen te beschermen en doen er alles aan om het vluchtelingen zo moeilijk mogelijk te maken. Andere landen, zoals Griekenland en Italië, krijgen door hun geografische ligging zoveel asielaanvragen dat ze hen niet of nauwelijks kunnen opvangen.
Problemen bij terugkeer
Soms hebben asielzoekers geen identiteitsdocumenten bij zich, zoals een paspoort of een geboorteakte. Zonder deze documenten is het bijna onmogelijk voor Nederland om vreemdelingen te laten terugkeren naar hun land van herkomst.
Asielzoeker in huis
Het is niet mogelijk om een asielzoeker (iemand zonder verblijfsvergunning) in huis te nemen, tenzij de asielzoeker afziet van de centrale opvang bij het COA en de bijbehorende verstrekkingen. De asielzoeker is dan zelf verantwoordelijk voor zijn basisbehoeften en verzekeringen.
Van de asielzoekers die definitief worden afgewezen (in 2019 waren dat er 26.000, in 2020 nog eens 19.000), vertrekt ongeveer de helft 'aantoonbaar', waarvan weer de helft onder dwang. Duizenden asielzoekers verdwijnen ieder jaar.
De statushouder kent de taal nog niet voldoende, heeft vaak nog niet voldaan aan de inburgeringsplicht en beschikt nog niet over een Nederlands diploma. Daarnaast is de statushouder digitaal nog niet sterk en lukt het hen niet om een sociaal netwerk op te bouwen.
Een asielzoeker krijgt bij aankomst onderdak, maaltijden en zaken zoals toiletartikelen en wasmiddel. Tijdens de asielprocedure ontvangt een asielzoeker maximaal ongeveer € 60 per week voor eten, kleding en zakgeld voor andere uitgaven.
Niet iedere asielzoeker is een vluchteling. Een asielzoeker vraagt bescherming aan in een ander land, maar er is nog niet bepaald of hij of zij inderdaad internationale bescherming nodig heeft.
1 vluchteling is 34 jaar en 1 vluchteling is 5 jaar. De vluchteling van 34 jaar krijgt € 56,12 kleedgeld + € 215,06 eetgeld + € 93,00 extra toelage. Dat is € 364,18 leefgeld. De vluchteling van 5 jaar krijgt € 56,12 kleedgeld + € 178,36 eetgeld + € 93,00 extra toelage.
Het leefgeld is op 1 februari verandert. Tot 1 februari 2023 was het leefgeld (voor eten) €205 per persoon. Nu is het bedrag dat je krijgt afhankelijk van de grootte van je gezin. Hoe meer mensen in je gezin, hoe lager het bedrag per persoon.
In 2021 vragen 24.686 asielzoekers voor het eerst een asielverzoek aan in Nederland. In 2020 ging het om 13.673 nieuwe asielverzoeken. Het aantal gezinsleden dat zich herenigt met een vluchteling in Nederland is ook flink gestegen: van 3.863 in 2020 naar 10.120 in 2021.
Aantal asielaanvragen in Europa (Europese Unie)
In 2022 voert Duitsland de lijst aan van de landen met het hoogste aantal asielaanvragen, goed voor een kwart van alle nieuwe aanvragers in de EU (25%), gevolgd door Frankrijk (16%) en Spanje (13%), vóór Oostenrijk (12%) en Italië (9%).
Ook De Nederlandsche Bank (DNB) wijst op kleine positieve effecten voor de Nederlandse economie door de immigratie van vluchtelingen. De instroom van vluchtelingen zorgt voor extra overheidsuitgaven, een hoger arbeidsaanbod, meer woninginvesteringen en een licht negatief effect op het consumentenvertrouwen.
De komende jaren reizen er vele duizenden asielzoekers meer naar Nederland dan eerst gedacht. Het aantal asielzoekers dat wordt verwacht in 2023 ligt volgens het hoogste scenario iets boven de 76.000 personen. Volgens een wat lagere schatting komt de instroom dit jaar uit rond de 67.000 personen.
Nihil. Tegelijk daalde het aantal ongewenste vreemdelingen, waaronder afgewezen asielzoekers, dat Nederland verliet, zo blijkt uit jaarcijfers van de Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V). In 2022 vertrokken (op papier) 8600 vreemdelingen uit Nederland, minder dan in de jaren daarvoor.
Het budget voor de opvang van asielzoekers staat in de Rijksbegroting 2023 van het ministerie van JenV. Het gaat om opvang bij het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) en bij de stichting Nidos. Het ministerie van BZ betaalt een deel van de opvang uit het budget voor ontwikkelingssamenwerking.