De verzekeringsarts bespreekt met u uw lichamelijke en psychische klachten. Ook vraagt de arts naar wat u op een dag doet, naar uw contact met familie en vrienden, wat uw hobby's zijn en wat u in het huishouden doet. Op basis van hetgeen u de arts vertelt, vult hij/zij de zogenoemde 'functionele mogelijkhedenlijst' in.
De verzekeringsarts van UWV bespreekt met u uw lichamelijke of psychische klachten. Hij vraagt wat u wel en niet kunt doen en of u daarbij last heeft van pijn of andere problemen. Bijvoorbeeld: Bij rugklachten: hoeveel kunt u tillen en dragen?
Dus ga niet opgedoft naar de afspraak. Benoem verder niet alleen de lichamelijke klachten. Vaak hebben mensen (ook) psychische klachten, al dan niet door de lichamelijke. Beschrijf deze ook.
De verzekeringsarts kijkt naar wat je kan aan de hand van de functionele mogelijkhedenlijst. Hierop staat wat je lichamelijk en geestelijk in je werk kunt doen. Neem deze lijst van tevoren door, zodat je weet waarop UWV je beoordeelt. Dat kan je ook helpen om te bedenken wat je gaat zeggen in het gesprek.
De verzekeringsarts kijkt naar uw gezondheidssituatie. Hij beoordeelt lichamelijke en psychische klachten. Waar heeft u nu last van en hoe zal dat verder gaan? En vooral: waarom kunt u hierdoor niet of minder werken?
Naar het gesprek met de verzekeringsarts neemt u mee: Uw geldige identiteitsbewijs. De uitnodiging van UWV. Als u medicijnen gebruikt: uw medicijnen (in de originele verpakking met uw naam erop).
Vragen die u kunt stellen
Welk onderzoek en/of behandeling wil de arts gaan doen en met welk doel? Wat zijn de risico's en gevolgen van het onderzoek en/of de behandeling? Welke andere onderzoeken en/of behandeling zijn mogelijk en wat zijn de risico's daarvan? Wanneer vindt het onderzoek en/of de behandeling plaats?
Wat is 100 procent afgekeurd? Geen verdiencapaciteit vastgesteld Dat is een manier van verrekenen die UWV toepast als je werkt. Bij 80-100% arbeidsongeschiktheid is geen bedrag vastgesteld wat je in theorie met werken kunt verdienen. Al je inkomsten moet je doorgeven aan UWV.
Arbeidsongeschikt: wanneer ben je dat precies? Je bent arbeidsongeschikt als je door een medische en objectief vast te stellen oorzaak tenminste 25% van je werk niet meer kunt doen. Dat is de maatstaf die we bij a.s.r. hanteren. Deze vuistregel gebruiken de meeste andere arbeidsongeschiktheidsverzekeraars ook.
Wie bepaalt hoeveel procent arbeidsongeschikt ik ben voor de WIA? De arts en de arbeidsdeskundige van UWV bepalen uw mate van arbeidsongeschiktheid. Dit gebeurt door een sociaal-medische beoordeling. U krijgt die beoordeling als u na 2 jaar ziekte niet of niet volledig aan het werk kunt.
Alleen een bedrijfsarts kan bepalen of een zieke werknemer (tijdelijk) arbeidsongeschikt is. Een werkgever kan en mag dat niet beoordelen. Het is dan ook belangrijk dat de werkgever de ziekmelding zo snel mogelijk en bij voorkeur binnen een week aan de bedrijfsarts of arbodienst doorgeeft.
Een verzekeringsarts zal na een beoordelingsgesprek een besluit vormen of je voldoende meewerkt om weer te gaan werken of om te blijven werken. Ook zal de verzekeringsarts beslissen of je gedeeltelijk of helemaal arbeidsongeschikt bent.
Wij checken gegevens die u doorgeeft bij de aanvraag van een uitkering. Ook vergelijken wij de gegevens die wij van u hebben met die van de Belastingdienst of de gemeente. Daarnaast controleren we telefonisch. Ook is het mogelijk dat een inspecteur uw werkplek bezoekt of bij u thuis komt.
U kunt bij uitval wegens depressie wellicht aanspraak maken op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Het UWV beoordeelt uw psychische klachten door de depressie en stelt daarbij een arbeidsongeschiktheidspercentage vast. Daartoe maakt het UWV gebruik van een verzekeringsarts en een arbeidsdeskundige.
Na een WIA-aanvraag wordt u uitgenodigd voor een gesprek met de arts van UWV. Die onderzoekt uw klachten en beoordeelt wat u lichamelijk en geestelijk nog kunt. Daarna kijkt de arbeidsdeskundige wat u nog kunt verdienen.
Als je langdurig ziek bent, is je werkgever verplicht de eerste 104 weken (2 jaar) minimaal 70 procent van je loon door te betalen. Als je tijdens die 2 jaar zonder onderbreking ziek bent geweest, is dat niet meer zo. Je hebt dan mogelijk wel recht op een WIA-uitkering.
Artrose kan zorgen voor langdurige uitval op de werkvloer en soms zelfs voor volledige arbeidsongeschiktheid. Helaas kan je werk óók een risicofactor zijn voor het krijgen van artrose, meestal in knieën of heupen.
WGA uitkering
Het is per uitkering verschillend hoeveel je mag bijverdienen. Ontvang je een WGA uitkering dan mag je maximaal 65% van je laatstverdiende loon bijverdienen. Ga je meer verdienen dan die 65% dan stopt de uitkering automatisch na een jaar vanaf de datum dat je meer dan 65% bent gaan verdienen.
U krijgt een WGA-uitkering als u minstens 80% arbeidsongeschikt bent. Maar er moet wel een redelijke kans op herstel zijn. U bent dus tijdelijk arbeidsongeschikt. U krijgt een IVA-uitkering als u minstens 80% arbeidsongeschikt bent en er is weinig of geen kans op herstel.
Het gaat om gegevens over lonen, arbeidsverhoudingen en uitkeringen van alle werknemers en uitkeringsgerechtigden. Het gaat niet om inzage in betaal- en spaarrekeningen. Als er gegevens nodig zijn wat betreft vermogen hebben instanties uitwisselingsmogelijkheid.
Meestal krijgt u de loongerelateerde uitkering minimaal 3 maanden en maximaal 24 maanden. In de beslissingsbrief van uw WIA-uitkering leest u tot en met welke datum u deze uitkering ontvangt.
Voordat een arts een diagnose stelt, moet hij alle relevante informatie verzamelen, zoals de symptomen van een ziekte, de medische voorgeschiedenis van de patiënt, relevante omstandigheden, eventueel laboratoriumonderzoek, waarnemingen en de reactie van de patiënt op bepaalde (proef) behandelingen of medicijnen.
Een dokter die mensenkennis heeft, die warm en aandachtig is, moedigt patiënten aan om vrijuit te spreken. Empathie vormt de basis van een duurzame vertrouwensband. Dokters die onbevooroordeeld luisteren, uitleggen en adviseren én die de patiënt zelf aan het woord laten, zijn dokters die meer appreciatie krijgen.
In de wet staat dat behandeling normaal gesproken alleen is toegestaan met toestemming van de patiënt. Uiteindelijk beslist de patiënt dus zelf of hij/zij wel of niet behandeld wilt worden. De hulpverlener is verplicht om deze beslissing te respecteren.