Wat is non-fictie? Non-fictie is feitelijk een non-begrip: een woord dat verwijst naar iets wat het niet is. Het is geen fictie, dat wil zeggen, geen op verzonnen feiten berustende literatuur. Elk geschrift dat niet aan de fantasie van de auteur is ontsproten, valt automatisch onder de noemer 'non-fictie'.
Onder echte non-fictie vallen algemene informatieve boeken, woordenboeken, essays en andere opstellen, wetenschappelijke werken, studieboeken en reisgidsen. Ook artikelen in kranten en tijdschriften worden tot de non-fictie gerekend.
Met fictie (Latijn: fictio, "vorming") wordt in de narratologie een verhaal of gedachtegang aangeduid, die zich hoofdzakelijk in de fantasie van de auteur en de lezer afspeelt. Dit in tegenstelling tot non-fictie, die uitgaat van de feitelijke werkelijkheid. De term is ontleend aan het Franse fiction.
De auteur van een non-fictie boek heeft als doel de lezer iets te leren en informatie te geven over het desbetreffende onderwerp. Bij non-fictie gaat het minder om de beleving, het draait juist om de feiten.
Fictie wordt algemeen beschouwd als een verzinsel van de schrijver en non-fictie als de ware toedracht tot gebeurtenissen die in het echt hebben plaatsgevonden.
non-fiction zn.: non-fictie; [boeken] informatief §
Mensen die regelmatig fictie lezen, hebben meer inzicht en inleving in andere mensen. Dit verband bestaat al vanaf de kindertijd. Het inlevingsvermogen kan voornamelijk groeien als de lezer opgaat in het verhaal en als de tekst literaire elementen bevat.
Een feit is een aanwijsbaar object of een gebeurtenis die plaatsvindt of heeft plaatsgevonden en fictie is louter bedacht zoals een roman of een speelfilm.
Soms zie je direct dat een verhaal verzonnen is: er gebeuren dingen die in het werkelijke leven niet kunnen gebeuren, bijvoorbeeld dat de hoofdpersoon kan toveren. Maar andere boeken of verhalen lijken heel echt. Het is net of de schrijver een verhaal heeft geschreven dat ook zo gebeurd is.
Een kind dat leest, leert zich goed concentreren en het lezen van fictie stimuleert ook de fantasie. Lezen zet aan tot nadenken en het vormen van een mening. Door fictie te lezen leren kinderen zich ook verplaatsen in de gevoelens en emoties van anderen. Hierdoor leren ze dus ook op het sociale vlak een hoop.
Je gaat maanden tot jaren bezig zijn met je non-fictie boek, waarbij je eerst uren research gaat doen voordat je daadwerkelijk begint met schrijven. Het is dus van belang dat het onderwerp waarover je schrijft je interesseert. Beter nog: dat je er gepassioneerd over bent. Wees dus kritisch op je onderwerpkeuze.
[Eng. fictional = gefingeerd] niet de werkelijkheid beschrijvend, verdicht (bijv.: verzonnen verhaal, roman).
Lectuur is een verzamelnaam voor boeken, stripboeken, pamfletten, tijdschriften en kranten. Over het algemeen wordt het gezien als een lagere, in vergelijking met literatuur, populaire vorm van geschreven fictie.
Binnen de literatuurwetenschap verstaat men onder fictie doorgaans de verzameling teksten waarin het beschrevene gezien wordt als het product van de verbeelding van de auteur, als door hem verzonnen stof. In fictionele teksten blijkt echter niet alles wat erin beschreven wordt fictie te zijn.
Fictie is een verhaal. Non fictie is de waarheid, een beschrijving van iets wat echt gebeurd is (bijv over de oorlog) of een wetenschappelijk artikel.
Historische fictie is een genre waarbij het verhaal deels gebaseerd wordt op waargebeurde feiten en een historische achtergrond, maar waarin ook elementen zijn verzonnen om het verhaal op te leuken.
Fictie is een verhaal of tekst, dat niet op de werkelijkheid is gebaseerd. Het wordt geschreven vanuit de fantasie van de schrijver. Het tegenovergestelde van fictie is non-fictie. Hierbij is het verhaal wel (grotendeels) op feiten gebaseerd.
Een feit is iets wat waar of onwaar is en wat je kunt controleren.
Bijvoorbeeld: gedichten, korte verhalen, (jeugd)romans, stripverhalen, films, (televisie)series, dagboeken, toneel en cabaret. Let wel: zowel het examenprogramma als het referentiekader geven geen voorschriften over het aantal te lezen fictiewerken en de mate waarin de werken van erkende literaire kwaliteit zijn.
Wie veel leest, ziet hoe personages zich gedragen in verschillende situaties of hoe ze met anderen omgaan.” Daarnaast bevestigen verschillende studies, zoals onderzoek van de Universiteit Amsterdam, hoe lezen ons empathisch vermogen vergroot: lezers begrijpen de gevoelens van anderen beter dan niet-lezers.
Je gebruikt je hersenen namelijk actief als je leest. Je maakt bijvoorbeeld mentale beelden van wat er op papier staat, en die beelden verdwijnen niet als je je boek dichtklapt. Lees je, dan verrijk je je brein dus met voorstellingen van allerlei situaties, en die kunnen je helpen in de realiteit.
Lezen stelt je in staat kennis en inzichten op te doen over het verleden, over gebeurtenissen in landen ver weg, en over mensen met een andere achtergrond. Door te lezen leer je je inleven in anderen; je krijgt empathie en je traint jezelf in denken en reflecteren.
Non-fiction: 40.000-60.000 woorden. 120 – 200 pagina's. Korte roman: 60.000-100.000 woorden.