Kies voor bloeiende planten (insecten en zaden). Speciaal voer geven. Voeder een zaadmengsel, 's winters aangevuld met vetbollen.
Het menu van de huismus bestaat uit zaden, granen, insecten, bloemknoppen, brood, bessen, pinda's en vetbollen. In broedtijd voornamelijk insecten.
De mus is sterk gebonden aan de mens. Hij bouwt zijn nest het liefst in muurspleten, op dakbalken of onder dakpannen en andere holtes in gebouwen, maar soms ook in bomen. De Huismus blijft het hele jaar in de buurt van het nest, dat in de winter als slaapplaats gebruikt wordt.
De huismus is een zaadeter maar voert haar jongen in de eerste dagen met bladluizen, rupsen, kevers en sprinkhanen. Vinken zijn eveneens zaadeters maar hun jongen eten vooral rupsen en kleine insecten. Vinken eten ook knoppen, toppen en bloemen.
Broedtijd tussen april-augustus met 2 à 3 broedsels. Per legsel 3 tot 5 bruingevlekte, witte eieren. Zowel mannetje als vrouwtje bebroeden de eieren gedurende 11 tot 14 dagen. Vliegen na 11 tot 19 dagen na uitkomen uit.
Mussen hebben vaak 3 posities in hun leefomgeving, namelijk: De overnachtingsplaats: Dit is de plaats waar mussen meestal de nacht doorbrengen en ook vaak gaan nestelen. Deze plek moet droog zijn en overdekt. Onder een dakpan of andere holle ruimte kan een ideale plek zijn.
Zaden en planten
De zaden zoeken ze in een onkruidrijke omgeving, inheemse planten en op voederplekken. Om de mus tegemoet te komen, kunt u een voedertafel maken of inheemse planten toevoegen aan uw tuin. Mussen zijn gek op strooizaad, zonnebloempitten, zoutloze etensresten en kruimeltjes bruin brood.
Kamperfoelie is een klimmer, ideaal voor als je weinig ruimte hebt. De bessen worden gegeten door lijsters, mussen en vinkjes.
De oorzaak: in een modern geïsoleerd huis is geen broedgelegenheid voor de mussen. Op het platteland zul je ze ook niet vaak zien en mussen houden ook niet van bosrijke omgeving. Dus vooral in dorpen en steden met veel groen en rommelhoekjes vind je ze.
Schuilen voor de storm
Laag, in de luwte van groenblijvende naaldbomen en in dichte hagen en riet. Daar zijn ze beschermd tegen regen en wind. Daarbij geldt: hoe lager hoe warmer. Holenbroeders, zoals mezen, schuilen ook in holtes.
Havermout: havermout kan je zowel als strooivoer op de grond gebruiken als op de voedertafel. Zaadeters zoals mussen, mezen, vinken, groenlingen en roodborstjes houden hiervan. Meelwormen en insecten: bevatten veel proteïnen en zijn bijzonder voedzaam voor vogels.
Geen (oud) brood!
In brood zit zout en dat zout is niet goed voor vogels. Soms zit op het brood boter/margarine. Daar krijgen watervogels diarree van en de olie die in het brood zit komt in het verenkleed te zitten. Brood dat blijft liggen gaat bovendien schimmelen en trekt dieren zoals ratten aan.
Roofvogels zoals de sperwer, ransuil en kerkuil, kraaiachtigen zoals de ekster, kauw en gaai, spechten en zoogdieren zoals de kat zijn (min of meer) natuurlijke vijanden van de huismus. Ook meeuwen, reigers en soms zelfs kippen laten de kans een jonge mus te eten niet makkelijk voorbijgaan.
Mussen lijken misschien de hele dag te zingen, maar ze pieken – net als andere zangvogels – vroeg in de ochtend. Dan zingen ze om een territorium te verdedigen of gewoon om te melden dat ze er zijn.
Muizen zijn kleine, actieve knaagdieren die snel contact maken met mensen, vrij tam kunnen worden en betrekkelijk eenvoudig te verzorgen zijn.
Met wat voer in het bakje zullen mussen op het klepje gaan zitten om te eten. Hierdoor kantelt het klepje en “vallen” de vogels in de kooi. De kooi staat meteen weer klaar om het volgende dier te vangen. De vangkansen worden vergroot wanneer Anijsolie wordt toegevoegd aan het voer.
De jongen van een vogel worden “kuikens” genoemd.
Per dag eet een huismuis zo'n 3,5 gram. Huismuizen kunnen overleven zonder water te drinken, zolang het voedsel dat ze eten voor minstens 15 à 16 procent uit water bestaat. Soms legt de huismuis ook voedselvoorraden aan bij zijn nest.
's Morgens is drinken een van de eerste dingen die een huismus doet wanneer deze van de slaapplaats af is gekomen. Vaak worden hiervoor vogelbadjes gebruikt, maar ook dakgoten waar water in blijft staan, visvijvers, slootkanten, regentondeksels, regenwaterplassen en meer van dergelijke plekken, worden benut.
Een muis kan 14 dagen zonder water mits zijn voedsel 14% vocht bevat. ik heb het hier over de huis muis. Mus musculus lineaus.
Een vogel kan dus niet zoals de mens, hond en kat vele dagen tot weken zonder eten. Dit geldt wat minder voor de hele grote vogels dan voor de kleine vogeltjes. Een dag niet eten en drinken betekent voor een klein vogeltje al vaak dat ze flink verzwakt zijn.