Een psycholoog is een expert in het behandelen van angst en paniekaanvallen en een vertrouwenspersoon. Therapie zal je helpen om beter te leren omgaan met de angst. O.a. zal de psycholoog samen met jou op zoek gaan naar de onderliggende oorzaak van jouw angst en je technieken aanleren.
Veel mensen kiezen een aanvullende behandelwijze om te proberen hun klachten te verminderen. Bijvoorbeeld mindfulness, yoga, ontspanningsoefeningen, lichaamswerk of running therapie. Anderen kiezen voor kruiden, zelfzorgmedicijnen of pijnstillers. Bespreek dit altijd met uw behandelaar.
Recent onderzoek laat zien dat de helft van de mensen met een angststoornis binnen 7,5 maanden herstelt. 39% van de mensen is in een jaar nog niet hersteld en 30% is binnen 3 jaar nog steeds niet hersteld. Hierdoor weten we dat het herstel van een angststoornis langer duurt dan van een depressie.
U maakt zich steeds zorgen over veel dingen. Klachten zijn hartkloppingen, zweten, benauwdheid, misselijkheid of het gevoel te stikken. Wat helpt is elke dag gezond en regelmatig te leven. Mogelijke behandelingen zijn gesprekken, een online cursus, gedragstherapie en soms medicijnen.
Als je een angststoornis hebt ben je óók bang in situaties die geen direct gevaar opleveren. Je raakt bijvoorbeeld in paniek wanneer je een gesprek voert of je durft niet meer alleen naar buiten. Het gaat bij angststoornissen in alle gevallen om serieuze klachten die de kwaliteit van leven ernstig aantasten.
Angststoornissen verdwijnen meestal niet vanzelf, maar je kunt je er goed voor laten behandelen.
Bij angst gaat een signaal van de hypofyse naar de bijnieren waar stresshormonen als adrenaline en cortisol aangemaakt worden. Bij de groep mensen die verstart en vlucht wordt er meer cortisol aangemaakt.
Toch is er geen duidelijk antwoord of je wel of niet kan werken met een angststoornis. Dat is aan jou om aan te voelen en te bepalen. Wel is het zo dat vermijding van de angst, dus niet gaan werken, de angst vaak juist erger maakt.
In veel gevallen ontstaan angststoornissen al in de kindertijd. Soms groei je er als kind overheen, maar je kunt er ook jarenlang last van blijven houden als jouw klachten onbehandeld blijven. De oorzaak van een angststoornis verschilt per persoon.
Een angststoornis ontstaat door een combinatie van biologische, sociale en psychische factoren. Zo'n 29% van de Nederlanders krijgt in het leven te maken met een angststoornis. Angststoornissen komen in bepaalde families meer voor dan in andere. Dat heeft te maken met erfelijkheid, maar ook met opvoeding.
De eerste stap naar het oplossen van een probleem is erkenning en aanvaarding. Probeer niet weg te lopen van uw emoties, maar erken dat u bang bent en in paniek begint te raken. Erken en accepteer dat u bang bent, maar weet dat u niet echt in gevaar bent. U kunt niet gek worden, u gaat niet dood.
Medicijnen tegen een angststoornis en depressie (antidepressiva) kunnen helpen bij een paniekstoornis. Voorbeelden zijn citalopram, sertraline, paroxetine of clomipramine. Uw behandelaar legt uit hoe en hoe vaak u de medicijnen moet innemen. Het is belangrijk dat u de medicijnen steeds op tijd inneemt.
Kalmeringsmiddelen zijn medicijnen die uw emoties minder sterk maken. Ze helpen vooral tegen angst, zenuwen en stress. Bekende kalmeringsmiddelen zijn benzodiazepinen. Voorbeelden van kalmeringsmiddelen zijn alprazolam, bromazepam, diazepam en lorazepam.
In veel gevallen kun je te maken hebben met lichamelijke klachten, zoals trillen, buikpijn of hoofdpijn. Maar je kunt ook last hebben van piekeren, vervelende gedachten of gedragsmatige veranderingen. Denk hierbij aan verstijven, huilen, angstige situaties vermijden, opstandig worden en vragen naar geruststelling.
Soms is er wel een duidelijke oorzaak, bijvoorbeeld doordat u iets heftigs heeft meegemaakt. In het algemeen gaat de stoornis niet vanzelf over. Wel kunt u er goed voor worden behandeld.
Tijdens een angst- of paniekaanval zijn de lichamelijke klachten die het meest voorkomen: Hartkloppingen. Pijn of een beklemd gevoel op de borst (sommige mensen denken dat ze een hartaanval krijgen) Zweten.
De specifieke fobie komt het vaakst voor, gevolgd door sociale fobie, de gegeneraliseerde angststoornis en de paniekstoornis. Angststoornissen komen meer voor bij vrouwen dan bij mannen. Angststoornissen komen het meest voor tussen 25 en 44 jaar en in deze periode ontstaan ook de meeste angststoornissen.
Iemand met een piekerstoornis maakt zich grote zorgen over dagelijkse dingen. Zoals gezondheid, geld en werk. Veel piekeren zorgt vaak voor psychische problemen en problemen met het geheugen en slaap. Iedereen is wel eens angstig of maakt zich zorgen.
Angst zorgt ervoor dat we die emoties uit de weg gaan die ons pijn kunnen doen. Het niet weten, kunnen, durven, willen voelen of toelaten van deze emoties is de oorzaak van veel gedoe en problemen (lees: angst, onrust en stress) in je leven.
Wanneer je langdurig veel stress, angsten of spanningen ervaart, schiet het lichaam namelijk in de bekende 'vecht-of-vluchtstand', waarbij onder andere de hartslag en de ademhalingsfrequentie omhoog gaan. Zowel lichaam als geest maken overuren en hebben geen tijd om te herstellen; iets wat veel energie kost.
Bij een sociale-angststoornis ben je erg bang voor de reactie of de kritiek van andere mensen. Je bent bijvoorbeeld bang dat je iets stoms zegt. Bijvoorbeeld tijdens een telefoongesprek. Of je bent bang dat je gaat trillen of het warm krijgt.
Ga niet mee in de angst van de ander
Zo heeft de angst die je partner voelt effect op jou. Blijft goed waarnemen wat jij zelf voelt als je partner vertelt over zijn of haar angst. Als jij geen angst voelt, ga dan ook niet mee in de angst van je naaste.