Wie waren de Friezen? De Friezen, of Frisii in het Latijn, waren een Germaanse stam die tijdens de Romeinse Tijd in het Noorden en Westen woonde van het tegenwoordige Nederland. De Romeinen maakten onderscheid in de benaming van het volk op basis van de verschillende leefgebieden.
Naar huidige inzichten stammen de tegenwoordige Friezen niet af van de Frisii van Tacitus, maar van landverhuizers uit de 5e en 6e eeuw die de kust van Nederland en Duitsland koloniseerden. Er is geen aantoonbaar bewijs voor continuïteit in de bewoningsgeschiedenis van het noorden van Nederland.
De Germanen is een verzamelnaam voor de volken en stammen uit de oudheid die een Germaanse taal spraken, zoals de Bataven, de Gothen, de Saksen en de Friezen. Ze ontwikkelden een eigen alfabet in runen. Lange tijd leefden ze in Europa naast de Romeinen en Kelten, van wie ze ook grote gebieden innamen.
Het Fries is een West-Germaanse taal (vgl. hierbij de karakterisering van de Germaanse taalfamilie) die door ongeveer 400 000 mensen in de provincie Friesland wordt gesproken. Het is nauw verwant met het Nederlands maar vertoont ook een aantal frappante overeenstemmingen met het Engels, vooral op lexicaal niveau.
Wist jij dat veel Nederlanders afstammelingen zijn van de Germanen? Ook de Friezen, Bataven en Cananefaten waren afstammelingen van de Germanen. Tweeduizend jaar geleden woonde het volk van de Germanen al in Noord-Europa. Ook in het gebied dat nu Nederland is.
Meer dan 300.000 jaar geleden verscheen de Neanderthaler, Homo neanderthalensis, de eerste mensachtige die we ook uit Nederland kennen. Hij ontwikkelde zich in Eurazië uit de Homo heidelbergenis. Omstreeks dezelfde tijd ontstond in Afrika Homo sapiens (anatomisch moderne mens).
De Nederlanden werden langzamerhand gekerstend en door verschillende Germaanse stammen gekoloniseerd. In het oosten vestigden zich de Saksen, in Midden- en West-Nederland vormden de Friezen een sterke macht, en in het binnenland woonden de Franken. Die verdeling is vandaag nog in de Nederlandse dialecten te vinden.
Migratiestromen uit het zuiden namen de taal mee en drongen het Fries terug richting het noorden. Hoewel het Fries en het Nederlands dezelfde vooroudertaal hebben, zijn het toch echt verschillende talen.
In de loop van de zestiende eeuw raakte het geschreven Fries in onbruik. Slechts een enkeling schreef het nog. Uit de schaarse Friese teksten uit deze tijd kan men concluderen dat de taal zich verder ontwikkelde, bijvoorbeeld door de breking van lange klinkers: 'beam' – 'beammen' (uitgesproken als bjemmen: boom-bomen).
Voorbeelden van Fries eten zijn de Friese dümkes (duimpjes, Friese koekjes met anijs, die wel wat op duimen lijken) en de bekende sûkerbôle (suikerbrood). Ook bekend is de typisch Friese nagelkaas en de Friese fruitkoek. Dan is er nog het Friese roggebrood en ' Beerenburg ', een Friese alcoholische drank.
Inleiding - Romeinen, Kelten en Germanen
Visigoten, Ostrogoten, Vandalen en Franken rekenen we tot de Germaanse stammen met een eigen taal, godsdienst en cultuur. De Keltische stammen werden door de Romeinen Galliërs genoemd. De stammen verschilden onderling sterk maar hadden een gemeenschappelijke taal.
Het Duits en Nederlands lijken zoveel op elkaar doordat ze tot dezelfde taalfamilie behoren. Het Duits en het Nederlands zijn namelijk Germaanse talen. Dat betekent dat ze allebei uit dezelfde taal zijn ontstaan: het Germaans.
Ook hadden zij zich later in het noordelijke gebied dat nu Nederland is gevestigd. Er waren verschillende stammen binnen het Germaanse volk: de Frisiï (Friezen), de Toxandriërs, de Bataven, de Cananefaten of Kaninefaten en de Tubanten.
Niet alleen Scandinaviërs waren Vikingen, ook inwoners van Frisia sloten zich aan bij de Vikingen. Soms werden ze gedwongen na een ontvoering, maar vaak gingen mannen, vrouwen en zelfs kinderen vrijwillig mee op de gewelddadige plundertochten.
Ze lijken immers Gallisch en het kan aangeven dat de Friezen eerst Keltisch waren of iets tussen Germanen en Kelten in. Een andere aanwijzing is dat de Frīsii voor onze jaartelling hun eigen pottenstijl hadden en pas later aansloten bij die van hun oosterburen, de Chauci.
De Fries zoals wij ze kennen is zwart. Vroeger hadden Friezen ook andere kleuren zoals vos en schimmel, maar die zijn er in de loop der jaren uitgefokt. Hengsten die wit of vos vererven worden niet opgenomen in het stamboek. Ook aftekeningen zijn ongewenst.
De Friese lijst wordt aangevoerd door vader en zoon Gerrit (76) en Hans Mulder (55) uit Grou. Zij bezitten € 730 miljoen en staan met dit onwaarschijnlijk grote vermogen in de top 50 (49).
Een Fries paard wordt gemiddeld 16 jaar oud. Het ras heeft te maken met enkele veel voorkomende erfelijke en niet-erfelijke aandoeningen. Huidproblemen: net zoals andere paarden met sterk ontwikkelde sokken, heeft de Fries een verhoogde kans op huidproblemen ter hoogte van de onderbenen.
De kerstening van de Friezen is het proces waarbij de Friezen hun oude heidense religie (vooral de Germaanse mythologie) opgaven voor het geloof in het christendom. Deze kerstening nam een aanvang in de tweede helft van de 7e eeuw en duurde voort tot het begin van 11e eeuw, ruim drie eeuwen.
Het Westerlauwers Fries wordt geschreven met het Latijnse schrift, maar het Fries heeft maar 24 letters terwijl het klassiek Latijnse alfabet er 26 heeft. De Q en de X worden in de hedendaagse spelling van het Fries niet gebruikt. In Friese woordenboeken komen de I en de Y op dezelfde plaats.
Heel simpel gezegd: een taal is datgene wat men erkent als 'de standaard'. En dialecten zijn op hun beurt regionale variaties op deze standaardtaal. Het verschil tussen taal en dialect kan dus tamelijk willekeurig zijn, maar het Nederlands en het Fries zijn in elk geval vastgelegd als officiële talen.
Sinds zaterdag mag de 108-jarige Eelke Bakker uit Dokkum zich de oudste Fries ooit noemen. Op die dag was hij 108 jaar en 7 dagen en haalde hij zijn voorganger in. Dat was Yme van der Meer uit Workum die in 2001 overleed en 108 jaar en zes dagen was.
Alle Keltische talen stammen af van een gemeenschappelijke voorouder, het Proto-Keltisch, dat op zijn beurt behoort tot de Indo-Europese taalfamilie, waartoe ook het Nederlands behoort.
De oorsprong van de Keltische cultuur wordt vaak in verband gebracht met opgravingen in Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk en Oost-Frankrijk. In dit gebied leefde vanaf de vroege ijzertijd de Hallstattcultuur, mogelijk de eerste Keltische beschaving.
De Kelten hadden een polytheïstische religie, met honderden verschillende goden. Hun belangrijkste god was Daghdha, die voor de oogst maar ook overwinningen in de strijd zorgde. Verder had ieder Keltisch volk eigen goden, zoals Toutatis en Belenos. Daarbij lag een sterke nadruk op de natuur.