Bovenwettelijke vakantiedagen die u niet heeft opgenomen, mag u door uw werkgever laten afkopen. U en uw werkgever kunnen elkaar hier niet toe verplichten. Wettelijke vakantiedagen die u niet heeft opgenomen, mag u niet laten uitbetalen. Alleen aan het eind van uw contract is dit wel toegestaan.
De reden dat wettelijke vakantiedagen vervallen en niet verjaren, is dat de regering het van groot belang acht dat werknemers gestimuleerd worden daadwerkelijk gebruik te maken van hun minimum vakantie aanspraak.
Als jij een vakantie boekt, kun je niet kiezen welke dagen je daarvoor gebruikt. Je werkgever moet altijd eerst de dagen afschrijven die het eerst vervallen. Let hier dus op als je nog veel oude bovenwettelijke vakantiedagen hebt.
Deze dagen moeten verplicht opgenomen worden
Een werknemer moet zijn vakantiedagen uiterlijk op 31 december van het vakantiejaar opnemen. Gebeurt dit niet, dan kan jij, als werkgever, een strafrechtelijke of een administratieve boete oplopen.
Bij beëindiging van uw dienstverband heeft u als werknemer recht op uitbetaling van uw opgebouwde maar nog niet genoten vakantiedagen. Daarnaast zal de werkgever u ook de tot aan de ontslagdatum opgebouwde vakantietoeslag moeten uitbetalen.
Wettelijke vakantie
Op het moment dat je arbeidsovereenkomst stopt, moet je werkgever je je vakantiegeld bij uitdiensttreding dadelijk betalen. Hij betaalt je met andere woorden de vakantiedagen die je bij hem 'opbouwde' al uit ook al nam je ze nog niet op.
Hebt u vakantiedagen over? U kunt ervoor kiezen deze op te nemen voordat uw arbeidsovereenkomst stopt. Uw werkgever moet hier wel mee akkoord gaan. Hij mag de vakantie weigeren als hij daarvoor een goede reden heeft.
In sommige gevallen kan je er beter voor kiezen om je vakantie uren op te maken. Dit is financieel minder aantrekkelijk dan het te laten uit betalen maar het levert je wel extra vrije tijd op. Het is financieel aantrekkelijker om door te werken maar je betaalt meer belasting over het uitbetaalde vakantie uren.
“Een werknemer moet tijdens het jaar alle vakantiedagen opnemen waarop hij in dat bepaalde vakantiejaar recht heeft. Het is dus niet toegelaten om vakantiedagen over te dragen naar een volgend vakantiejaar. De werknemer mag ook geen afstand doen van zijn recht op vakantie.”
Een werkgever mag niet zomaar vakantiedagen inroosteren als hij geen werk heeft voor zijn werknemers. Hij mag wel ieder jaar een aantal verplichte vrije dagen aanwijzen, op voorwaarde dat dit in de cao of de arbeidsovereenkomst vastgelegd is.
De wettelijke hoofdregel luidt dat je als werknemer zelf mag bepalen of, wanneer en hoeveel vakantiedagen je wilt opnemen. De werkgever hoort zich dus te schikken naar de (vakantie)wensen van de werknemer.
Tussen een verjaringstermijn en een vervaltermijn bestaat een belangrijk verschil: een verjaring(stermijn) kan – in tegenstelling tot de vervaltermijn – worden 'verlengd' (juridische term: 'gestuit' (artikel 3:317 BW)). Dit is relevant omdat werknemers niet verplicht zijn om hun jaarlijkse vakantie op te nemen.
Als je je overgebleven vakantiedagen wilt opnemen bij het einde van je dienstverband, dan kan dat ook. Dan moet je daar een schriftelijke aanvraag voor indienen bij je werkgever. Als hij binnen twee weken geen gewichtige redenen opgeeft om je aanvraag af te keuren, dan kun je die dagen gewoon opnemen.
Je hebt wettelijk recht op 4 keer het aantal uren dat je per week werkt. In het geval van een volledige werkweek van 40 uur heb je recht op 160 uur vakantie. Dit zijn omgerekend 20 vakantiedagen per jaar. Alle extra vakantiedagen boven op dit wettelijke aantal, noemen we de bovenwettelijke vakantiedagen.
Vakantie wettelijk geregeld
De werkgever is verplicht de werknemer ieder jaar in de gelegenheid te stellen de vakantie op te nemen waarop de werknemer ten minste aanspraak heeft (vier weken bij een fulltime dienstverband).
Voor het opnemen van vakantiedagen geldt dat een werknemer altijd eerst zijn vakantiedagen opneemt die als eerste voor verval of verjaring in aanmerking komen. Voor de meeste mensen zijn dit de wettelijke vakantiedagen. U moet wettelijke vakantiedagen opnemen in het opbouwjaar of in de eerste 6 maanden daarna.
3. Vakantiedagen toch overdragen naar het volgende jaar. Wettelijke vakantiedagen mogen dan wel niet overgedragen worden, als werkgever kun je wel toestaan dat je medewerkers extralegale vakantiedagen meenemen naar het volgende jaar.
In maart 2018 oordeelde rechtbank Limburg, locatie Roermond, dat een teveel aan opgenomen vakantiedagen door de werknemer moet worden vergoed bij het einde van het dienstverband. De rechter overwoog dat 'indien een tegoed tot uitbetaling in geld leidt, dit gelijk staat aan ''gewoon'' loon'.
Het minimumaantal wettelijke vakantiedagen waar je recht op hebt, is vier keer het aantal uren dat je per week werkt. Bij een 40-urige werkweek is dat dus 160 uur (4x40). Als je uitgaat van een gemiddelde werkdag van acht uur, kun je dus vier weken vakantie opnemen.
Vakantiedagen uitbetalen: in de wet is geregeld dat de uitbetaling voor niet genoten vakantiedagen (of vakantie uren) gelijk moet zijn aan het bedrag van het laatstverdiende loon over de periode overeenkomstig de nog openstaande vakantie (artikel 7:641 BW). Anders gezegd: één vakantiedag is één dag loon waard.
Bovenwettelijke vakantiedagen verjaren na 5 jaar
De bovenwettelijke vakantiedagen verjaren na vijf jaar. Deze termijn van vijf jaar begint te lopen na afloop van het jaar waarin ze zijn opgebouwd. Dit houdt in dat de opgebouwde bovenwettelijke vakantiedagen over 2022 komen te vervallen op 31 december 2027.
In de onlinedienst Mijn vakantierekening zie je het bedrag van je vakantiegeld, de uitbetalingsdatum, je aantal verlofdagen en meer. Meld je aan bij Mijn vakantierekening om je gegevens te bekijken.
U kunt een contract met uw werkgever per direct opzeggen als daar een dringende reden voor is. Dat heet een ontslag op staande voet.
Berekening ontslagvergoeding bij bedienden
De arbeidsovereenkomstenwet stelt dat de opzegvergoeding gelijk is aan het loon dat overeenstemt met de duur van de opzegtermijn, of met het resterende gedeelte van die termijn.
Uw werkgever moet het bedrag uit de eindafrekening uiterlijk een maand na het einde van het dienstverband hebben betaald. Hebt u het geld dan nog niet ontvangen? Dan hebt u een opeisbare vordering. Dit betekent dat uw werkgever u rente moet betalen over het bedrag dat u tegoed hebt.