Ondanks dat er in de natuur weer meer voedsel te vinden is, hebben ze dan toch baat bij extra voeren. Voor de zomer geldt dat ze zeker in het geval van droogte en hitte juist weer moeilijker aan voedsel (en water) kunnen komen.
Gevaar op verstrikking
Het plastic net om de vetbol heen is extreem gevaarlijk voor vogels, omdat ze hier met hun pootjes of snavel in verstrikt kunnen raken. Vogels kunnen dan sterven van de honger, dorst en uitputting. Ook kunnen wat grotere vogels, zoals meeuwen, de hele bol met net en al in één keer doorslikken.
Het voedsel moet nu meer kalk en eiwit bevatten, bijvoorbeeld meelwormen of fijngestampte eierschalen. Vetbollen en pinda's bied je nu beter niet meer aan. In de zomer gaan vogels zelf op zoek naar de wormen en insecten die ze nodig hebben. Help hen door boeiende planten in je tuin planten die insecten lokken.
Havermout: havermout kan je zowel als strooivoer op de grond gebruiken als op de voedertafel. Zaadeters zoals mussen, mezen, vinken, groenlingen en roodborstjes houden hiervan. Meelwormen en insecten: bevatten veel proteïnen en zijn bijzonder voedzaam voor vogels.
Leg daar klokhuizen op of ander fruit dat je over hebt. Een overrijpe banaan bijvoorbeeld. Daar komen allerlei vogels op af zoals merels. Wel regelmatig de tafel schoonmaken.
Vogels gebruiken het hele jaar veel energie. In de winter om zich op temperatuur te houden, in het voorjaar om eieren te leggen en hun jongen groot te brengen. En in de herfst bouwen ze reserves op voor de winter. U kunt ze dus het hele jaar bijvoeren.
Overvoeren kan bijna niet, omdat vogels stoppen met eten als ze verzadigd zijn. Maar als de hele tuin al vol ligt of staat met voedsel, kun je natuurlijk best even wachten met bijvoeren. En geen zorgen, vogels zullen het zelf zoeken van voedsel heus niet verleren: dit zit namelijk in hun genen.
Er is geen voedsel beschikbaar.
Vogels hebben voedsel nodig om te overleven, dus als er in de omgeving geen voedsel is, zullen ze waarschijnlijk niet naar een vogelhuisje komen. Het kan dus helpen om in de omgeving van je vogelhuisje extra vogelvoer aan te bieden.
Hoe weten vogels waar eten is? Vogels doen niets anders dan de hele tijd in de gaten houden of er ergens gezonde voeding te halen valt. Ze kunnen het zien en ruiken, maar houden daarbij ook andere vogels in de gaten. Zodra ze zien dat er ergens 'wat te halen valt' gaan ze snel een kijkje nemen.
Een vogel kan dus niet zoals de mens, hond en kat vele dagen tot weken zonder eten. Dit geldt wat minder voor de hele grote vogels dan voor de kleine vogeltjes. Een dag niet eten en drinken betekent voor een klein vogeltje al vaak dat ze flink verzwakt zijn.
Ook vogels houden van een veelzijdig menu. Voer bijvoorbeeld zaden, pinda's en vetbollen, maar ook rozijnen en appels. Geef geen vloeibare olie, margarine en zoute producten.
Vogels vinden dan nauwelijks zaadjes, noten en insecten. Belangrijk is dan wel om tijdens de lente en zomer geen vetrijke voeding aan de vogels te voeren, maar eerder eiwitrijk voer met insecten en meelwormen.
Trekvogels zoeken voedsel en nestplaatsen
Trekvogels leggen vaak duizenden kilometers per jaar af. Ze gaan net als veel andere dieren op zoek naar plekken waar ze betere kansen hebben om te nestelen en voedsel te vinden, of waar het klimaat dat seizoen prettiger is.
Kun je vogels brood voeren? Jazeker, dat kan, maar doe het met mate. Brood is vrij zout en te veel zout is niet goed voor de vogels. Het leuke aan brood of broodkruimels is dat heel veel vogels dit een lekker kostje vinden.
Geen (oud) brood!
In brood zit zout en dat zout is niet goed voor vogels. Soms zit op het brood boter/margarine. Daar krijgen watervogels diarree van en de olie die in het brood zit komt in het verenkleed te zitten. Brood dat blijft liggen gaat bovendien schimmelen en trekt dieren zoals ratten aan.
Veel keukenrestjes zijn prima en kan je geven aan de tuinvogels. Wat je niet mag geven zijn restjes met veel zout of kruiden of restjes die beschimmeld zijn. Vetrandjes, gekookte aardappelen, gekookte rijst of fruit zullen je tuinvogels heerlijk vinden en zijn ook nog eens goed voor ze.
Honing verstrekken aan onze vogels betekent ook de medicinale stoffen van de planten waaruit de honing is gewonnen benutten. Honing van paardenbloemen, als voorbeeld, bevat veel eiwitten wat het broeden bevordert. Zo heeft iedere honing zijn werking op het lichaam.
Koop nooit 'mensen-pinda's' en 'mensenpindakaas' voor vogels. Vaak zit er zout bij en dat is echt slecht voor vogels. Er is niet voor niets speciale vogelpindakaas te koop. Zelfs ongezouten pinda's uit de supermarkt zijn niet hetzelfde als voerpinda's.
Want ja, het is inderdaad goed mogelijk dat het voer gaat bevriezen. Als je bijvoorbeeld vetbollen, zadenmixen of pinda's voert, zou je dit alleen op de iets warmere dagen moeten doen. Op de echt koude dagen kun je dit vogelvoer het beste even naar binnen halen.
Geef uw parkiet gerust eens een stukje fruit of wat groenvoer, bv. Andijvie, witlof, komkommer, wortel, appel of sinaasappel.
– Er zitten in paprika's meer dan 30 soorten carotenoïden. Naast de afvoer van giftstoffen in het lichaam, hebben deze stoffen ook een belangrijke functie in de kleur en kwaliteit van de bevedering van vogels. – Ook is paprika een bron van vitamines, zeker van vitamine C en A.
Hoewel het misschien wat cru klinkt, bevat een gekookt ei veel essentiële voedingsstoffen voor vogels. Wil je ze extra goed op weg helpen, plet dan ook de eierschalen en leg dit samen met het gekookte eitje buiten. De eierschalen zijn namelijk een bron van calcium, wat goed is voor broedende vogels.