In de natuur zijn vogels 8 uur per dag aan het zoeken naar voedsel, wat in de huiskamer niet nodig is. Ze eten twee keer per dag in de ochtend en in de avond.
Vogels zijn grote eters. Ze moeten over onbeperkt voer beschikken. Maar vogels zijn ook kieskeurige eters. Ze eten bijvoorbeeld alleen het binnenste van de zaden.
Om dit te illustreren heb ik in tabel 2 uitgerekend hoeveel vogels kunnen leven van een portie van 100 gram van een aantal ingrediënten van vogelvoer: brood, granen, matig olieijk zaad (lijnzaad) en olierijke zaad zoals pinda's en andere noten. Het aantal vogels (per soort) dat een dag kan leven van 100 gram voer.
Een vogel kan dus niet zoals de mens, hond en kat vele dagen tot weken zonder eten. Dit geldt wat minder voor de hele grote vogels dan voor de kleine vogeltjes. Een dag niet eten en drinken betekent voor een klein vogeltje al vaak dat ze flink verzwakt zijn.
Overvoeren kan bijna niet, omdat vogels stoppen met eten als ze verzadigd zijn. Maar als de hele tuin al vol ligt of staat met voedsel, kun je natuurlijk best even wachten met bijvoeren. En geen zorgen, vogels zullen het zelf zoeken van voedsel heus niet verleren: dit zit namelijk in hun genen.
Hoe weten vogels waar eten is? Vogels doen niets anders dan de hele tijd in de gaten houden of er ergens gezonde voeding te halen valt. Ze kunnen het zien en ruiken, maar houden daarbij ook andere vogels in de gaten. Zodra ze zien dat er ergens 'wat te halen valt' gaan ze snel een kijkje nemen.
Ondanks dat er in de natuur weer meer voedsel te vinden is, hebben ze dan toch baat bij extra voeren. Voor de zomer geldt dat ze zeker in het geval van droogte en hitte juist weer moeilijker aan voedsel (en water) kunnen komen.
Door het vet op hun veren rollen de druppels er zo van af, voordat het water bevriest. Als er sneeuw ligt, maken vogels daar meestal gebruik van om hun vochtgehalte op peil en hun veren in de plooi te houden, maar bij droog en koud winterweer kunnen ze zeker een steuntje in de rug gebruiken.
Wanneer ze het warm hebben, openen ze hun bek en hijgen ze. Een beetje zoals honden doen. Om het water dat ze verliezen te compenseren, moeten ze dus veel drinken. De meeste vogels moeten 1 à 2 keer per dag drinken.
Vogels voeren
Om de vogels in je tuin een handje te helpen kun je ze bijvoeden. Vogels houden van een veelzijdig menu. Voer ze bijvoorbeeld zaden, pinda's en vetbollen, maar ook rozijnen en fruit. Geef geen vloeibare olie, margarine of zoute producten; dit is niet goed voor vogels en kan gevaarlijk zijn.
,,Koolmezen eten zo'n dertig tot veertig kleine rupsen per dag, dat helpt enigszins'', vertelt Linssen.
Leg daar klokhuizen op of ander fruit dat je over hebt. Een overrijpe banaan bijvoorbeeld. Daar komen allerlei vogels op af zoals merels. Wel regelmatig de tafel schoonmaken.
Voeder niet teveel tegelijk en liefst 's ochtends en tegen het einde van de middag. Na een lange, koude nacht hebben vogels behoefte aan een stevig ontbijt en tegen de avond eten ze hun buikje rond om de nacht door te komen. Strooi niet te veel, dat kan muizen en ratten aantrekken.
eten, drinken, voortplanten, slapen, fluiten.
Havermout: havermout kan je zowel als strooivoer op de grond gebruiken als op de voedertafel. Zaadeters zoals mussen, mezen, vinken, groenlingen en roodborstjes houden hiervan. Meelwormen en insecten: bevatten veel proteïnen en zijn bijzonder voedzaam voor vogels.
Vogels zijn bang voor diep water, dus houd daar rekening mee. Ze drinken en poedelen het liefst in een badje dat lijkt op een regenplas. Neem daarom een platte schaal, diep bord, koekenpan, bloempot-onderzetter of nog iets anders met lage zijkanten, dat in het midden niet dieper is dan vijf centimeter.
Het meest ideale waterbad heeft een gradiënt van ondiep naar diep, zodat vogels van alle maten erin kunnen badderen. Vogels prefereren waterbaden die laag op de grond staan. Is dit niet mogelijk, bijvoorbeeld door een huiskat, plaats het bad dan op circa 1 meter hoogte.
Voor vogels is het heel belangrijk dat er voldoende water is om in te badderen en om te drinken. Nu het al lange tijd zo heet is en water ook voor ons steeds moeilijker te vinden is, hebben vogels het al helemaal moeilijk. Vogels zweten niet, maar verliezen wel vocht via ontlasting en door adem te halen.
Vogels houden van een gevarieerde tuin met inheemse planten en struiken, bessen, insecten, een lapje gras en liefst niet al te netjes. Daar vinden ze volop voedsel. U kunt daarnaast het gehele jaar bijvoeren.
Geef je vogel speelgoed
Vogels houden van spelen en het geven van leuk en uitdagend speelgoed aan je vogel zal hem blij maken. Geef je vogel klimspeelgoed en speelgoed dat kleurrijk is en/of geluid maakt. Geef je vogel een schommel en zorg voor genoeg zitstokken in de kooi.
De vogels moet snel weg kunnen vliegen als ze dat willen. Leg als het nodig is kleine stenen en kiezels op de bodem. Vul de bak met een laagje water. Niet te veel, het water moet ondiep zijn.
Koop nooit 'mensen-pinda's' en 'mensenpindakaas' voor vogels. Vaak zit er zout bij en dat is echt slecht voor vogels. Er is niet voor niets speciale vogelpindakaas te koop. Zelfs ongezouten pinda's uit de supermarkt zijn niet hetzelfde als voerpinda's.
Ook vogels houden van een veelzijdig menu. Voer bijvoorbeeld zaden, pinda's en vetbollen, maar ook rozijnen en appels. Geef geen vloeibare olie, margarine en zoute producten.
Wat niet: Geen producten met zout. Geen melk. Geen vetbollen of pinda's in een (plastic) netje, vogels kunnen erin verstrikt raken en het genereert zwerfafval.