Hebt u nog vakantiedagen over als uw arbeidsovereenkomst stopt? U krijgt deze uitbetaald. U kunt met uw werkgever ook afspreken dat hij een deel van de vakantiedagen uitbetaalt en dat u een aantal vakantiedagen opneemt. Bij ontslag moet uw werkgever u een eindafrekening geven.
Bij beëindiging van uw dienstverband heeft u als werknemer recht op uitbetaling van uw opgebouwde maar nog niet genoten vakantiedagen. Daarnaast zal de werkgever u ook de tot aan de ontslagdatum opgebouwde vakantietoeslag moeten uitbetalen.
Wettelijke vakantiedagen mogen namelijk alleen uitgekeerd worden aan het eind van je contract, niet tijdens je dienstverband. Bovenwettelijke vakantiedagen moeten (als je hierom vraagt) uitbetaald worden bij ontslag. Eerder uit laten keren mag ook, maar alleen als je baas dit goed vindt.
Het keuzemoment ligt dus bij de werknemer. Het dwingen tot het opnemen door de werkgever van openstaande vakantiedagen kan dus niet. Maar daar staat ook tegenover dat de werknemer niet kan afdwingen dat hij zijn openstaande vakantiedagen voor het einde van het dienstverband opneemt.
Vakantiegeld voor vakantie die je niet opnam
Elk jaar heb je recht op een bepaald aantal wettelijke vakantiedagen. Heb je die nog niet allemaal opgenomen wanneer je vertrekt bij je werkgever, dan moet hij je die resterende dagen uitbetalen. Dat is het geval als je ontslagen wordt, maar ook als je zelf ontslag neemt.
In sommige gevallen kan je er beter voor kiezen om je vakantie uren op te maken. Dit is financieel minder aantrekkelijk dan het te laten uit betalen maar het levert je wel extra vrije tijd op. Het is financieel aantrekkelijker om door te werken maar je betaalt meer belasting over het uitbetaalde vakantie uren.
Bovenwettelijke vakantiedagen die u niet heeft opgenomen, mag u door uw werkgever laten afkopen. U en uw werkgever kunnen elkaar hier niet toe verplichten. Wettelijke vakantiedagen die u niet heeft opgenomen, mag u niet laten uitbetalen. Alleen aan het eind van uw contract is dit wel toegestaan.
U heeft recht op vakantiegeld van minimaal 8% van uw brutojaarsalaris van het afgelopen jaar. De wettelijke term hiervoor is vakantiebijslag. Maar de meeste mensen noemen het vakantiegeld of vakantietoeslag.
De werknemer behoudt het recht om al zijn vakantiedagen op te nemen bij de nieuwe werkgever, dus zowel vakantiedagen die hij heeft gekregen op basis van de wet (wettelijke vakantiedagen) als vakantiedagen die de oude werkgever heeft toegekend als arbeidsvoorwaarde (bovenwettelijke vakantiedagen).
In het merendeel van de gevallen worden de vakantiedagen uitbetaald bij de eindafrekening, vaak wanneer het laatste loon betaald wordt. De werkgever heeft wettelijk gezien tijd tot een maand na de laatste werkdag van de werknemer om het verschuldigde vakantiegeld uit te betalen.
Géén verplichting
Het antwoord daarop is nee. De werkgever heeft niet de mogelijkheid om een werknemer te verplichten zijn vakantiedagen op te nemen. Op de werkgever rust ook niet de verplichting om de werknemer op vakantie te sturen.
In 2023 geldt een belastingtarief van 36,96% voor een jaarinkomen tot € 73.031 en vanaf € 73.031 is het 49,5%. Je vakantiegeld wordt opgeteld bij je jaarinkomen en kan hierdoor deels of geheel in het hoogste tarief vallen. Je werkgever verrekent elke maand je heffingskortingen.
De werknemer mag de resterende wettelijke vakantiedagen aan het einde van het kalenderjaar meenemen naar het volgende kalenderjaar. Dit kan echter niet onbeperkt. De gedachte van de wetgever is dat werknemers zoveel mogelijk de vakantiedagen moeten opnemen in het jaar waarin deze dagen zijn opgebouwd.
Wie in Nederland full-time werkt, heeft recht op 20 vakantiedagen per jaar. Gelukkig wijken de meeste werkgevers van dit minimum af, waardoor het gemiddelde in Nederland ligt op 25,6 vakantiedagen per jaar.
In de onlinedienst Mijn vakantierekening zie je het bedrag van je vakantiegeld, de uitbetalingsdatum, je aantal verlofdagen en meer. Meld je aan bij Mijn vakantierekening om je gegevens te bekijken.
In je nieuwe job kan je natuurlijk ook genieten van de vakantiedagen die hebt opgebouwd. Je vakantierechten gelden namelijk over al je werkgevers heen. Maar als je de dagen die je had opgebouwd nog wil opnemen, moet je wel de sommen die je bij je vorige uitdiensttreding hebt gekregen teruggeven.
Je vakantiegeld komt bovenop je loon. En wordt gezien als bijzonder tarief. De loonheffing bijzonder tarief betaal je over eenmalige en bijzondere beloningen, zoals je vakantiegeld. Omdat je daar geen loonheffingskorting op krijgt, betaal je voor je gevoel méér belasting.
De dertiende maand valt volledig in de eerste schijf, dus je betaalt 36,93 procent belasting over dit bedrag. Dat komt neer op een bedrag van 1.107 euro. Je houdt dan dus 1.893 euro netto over van je dertiende maand in 2023.
Hoewel de werknemer in ieder geval jaarlijks recht heeft op een vakantie van twee aaneengesloten weken, is hij niet verplicht een dergelijke vakantie op te nemen. Als hij er voor kiest in een bepaald jaar geen vakantie op te nemen, dan kan de werkgever hem in beginsel niet verplichten tot het (toch) opnemen daarvan.
“Een werknemer moet tijdens het jaar alle vakantiedagen opnemen waarop hij in dat bepaalde vakantiejaar recht heeft. Het is dus niet toegelaten om vakantiedagen over te dragen naar een volgend vakantiejaar. De werknemer mag ook geen afstand doen van zijn recht op vakantie.”
Extra vrije dagen (ATV) vanaf 57 jaar; dit wordt uitgerold naar 80-90-100. Geen verplichte nachtdiensten vanaf 60 jaar. In 2020 gestart met 80-90-100 regeling voor mensen die 1 jaar voor AOW-leeftijd zitten.
Als werkgever mag je alleen de dagen boven de wettelijk vastgestelde twintig vakantiedagen per jaar (de bovenwettelijke vakantiedagen) afkopen. Je medewerker krijgt dan geld in ruil voor de opgespaarde vakantiedagen.
' De rimpeldagen waren bedoeld voor oudere werknemers, om het mogelijk te maken in de zorgsector aan de slag te blijven. Vanaf 45 jaar heb je recht op één extra verlofdag per maand bij een voltijds contract, vanaf 50 jaar worden dat twee dagen en vanaf 55 jaar drie dagen.
De 80/90/100-regeling staat in artikel 16 van de CAO Afbouw inzake de bedrijfstafeigen regelingen.