Spoel de wond goed schoon met lauw, stromend water drinkwater. Als er geen water bij de hand is, mag je ook een niet-kleurend, waterig ontsmettingsmiddel gebruiken. Verwijder vuil met water en met eventueel een zacht borsteltje. Gebruik een pincet om vuil te verwijderen dat je niet kunt wegspoelen.
Hoe kun je een wond schoonmaken? Het beste is om jouw wond voorzichtig schoon te spoelen met lauw, steriel water. Daarna kun je de wond verder reinigen met bijvoorbeeld de. Dep je wond droog met een schone, niet-pluizende doek.
Spoel de wond schoon met lauw, stromend (drink)water. Als er niet direct schoon water voorhanden is, kun je ook niet-kleurend ontsmettingsmiddel gebruiken. Droog de omgeving van de wond af met schone doek. Dek de wond af met steriel kompres, snelverband of schone doek.
Een ontstoken wond ontsmetten
Een wond ontsmetten doe je als eerste met water. Vervolgens is het slim om een desinfectiemiddel te gebruiken zoals Betadine, dit is een jodiumoplossing die niet prikt. De producten van Betadine zijn verkrijgbaar in verschillende vormen, zoals een zalf of een vloeibare oplossing.
Het abces wordt aangeprikt en het slangetje (drain) wordt ingebracht, zodat de pus kan weglopen. De positie van het slangetje wordt gecontroleerd met een röntgenopname en contrastvloeistof. Daarna wordt het uiteinde van het slangetje op de huid vastgezet en aangesloten op een opvangzakje waarin pus wordt opgevangen.
Neem contact op met uw huisarts bij één of meer tekenen van een infectie: als er troebel witgeel vocht (pus) uit de wond komt; als de wondranden roder, dikker en warm worden of meer pijn doen; als u zich ziek voelt of koorts krijgt.
Speciaal vocht uit de bloed- en lymfevaten voert afval en bacteriën weg, zodat er geen infectie ontstaat. Dit goedje heet wondvocht en is doorgaans dus een teken van goede genezing.
De wond is rood. De grootte van de wond neemt toe. De huid rondom de wond is gezwollen. Er ontstaat pusvorming of wondlekkage.
Het jeukende gevoel geeft aan dat het genezingsproces aan de gang is. Een jeukende wond ontstaat doordat er tijdens de wondgenezing een vochttekort ontstaat rondom de wond.
Een snelle en ongestoorde genezing vindt dus altijd plaats onder een pleister, een steriel wondverband of een kompres. Dat inzicht ligt ook aan de basis van het principe van vochtige wondgenezing. Niet in de droge lucht, maar juist in een vochtig milieu kan nieuw huidweefsel zich makkelijker vormen.
Op de vraag of je een wond moet afdekken of openlaten, hebben we maar één goed antwoord: afdekken. Door pleisters of verband te gebruiken, bescherm je jouw huid tegen vuil van buitenaf. Zo voorkom je infecties en zorg je er dus voor dat je wond rustig kan genezen.
Wond beslag verwijst naar het geel/witte materiaal in het wondbed; het is meestal nat, maar kan droog zijn en heeft over het algemeen een zachte textuur. Het kan dik zijn en aan het wondbed hechten, aanwezig zijn als een dunne laag of vlekkerig over het wondoppervlak.
Rode wond. Bij de rode wond is de wondbodem bedekt met een korrelige, vochtig glanzende, helderrode weefsellaag. Een rode wondbodem is een goed teken. De wond kan dan meestal goed genezen.
Kleine wond
Spoel deze schoon met leidingwater of een fysiologische zoutoplossing, ontsmet met een ontsmettingsmiddel en verbind met een pleister of gaasje. Voor het reinigen en ontsmetten van kleine wondjes op moeilijk bereikbare plaatsen kun je het beste wattenstaafjes gebruiken.
Uit experimenten is gebleken dat alcohol van minstens 60% ethanol en een chlooroplossing het meest doeltreffend zijn om virussen te vernietigen. Ook deze vloeistoffen kan je via een plantensproeier toepassen op de te ontsmetten oppervlakken. Alcohol is aangewezen voor kleine oppervlakken, zoals deurklinken.
Week de wond niet in een badje met reinigingsmiddel. Het toepassen van badjes met was- of reinigingsmiddelen (soda, Biotex, Badedas, etc.) om voeten of handen met een wond in te laten weken, heeft een nadelig effect op de wond en omliggende huid. Dit kan de infectiekans vergroten en de wondgenezing remmen.
Wanneer de bedekkende opperhuid direct na het sluiten van de wond weer de volle dikte bereikt, is nog goed te zien dat het onderliggende weefsel nog rood, dik en stug is. Het granulatieweefsel dat de lederhuid vervangt, moet nog verder uitrijpen tot een dun, soepel en wit bindweefsel.
Wij hebben het antwoord: het genezingsproces duurt bij kleine wonden meestal tussen de 24 en 72 uur. Wondgenezing bestaat uit 5 verschillende fasen. In de eerste fase, wanneer de wond ontstaat, zorgt de bloedstolling voor een tijdelijke afsluiting van de wond. De tweede fase resulteert in en een rood wordende huid.
Wij raden het aan om een wond te bedekken met een pleister. Er wordt regelmatig gezegd dat kleine snijwonden en schaafwonden onbedekt moeten blijven, zodat ze sneller genezen. Echter is het tegendeel waar. Onderzoek toont dat pleisters, schaafwonden en snijwonden efficiënter genezen en de kans of infecties verminderen.
Bij tekenen van infectie kunnen bij sterk exsudatieve wonden gazen gedrenkt in een antiseptische oplossing worden gebruikt, zoals EUSOL, chloorhexidine 0.5-1%, en furacine 0.2%. Bij Pseudomonas wordt soms ook azijnzuur 1-2% gebruikt, het nadeel daarvan is dat het soms pijn of een brandend gevoel geeft.
Als er een beschermende korst op de wond zit, kun je deze soepel houden door een vette, helende crème of zalf op de schaafwond te smeren. Smeer geen crème of zalf op een open schaafwond. Bij diepere schaafwonden en bij schaafwonden waar nog wondvocht of bloed uitkomt, is het aan te raden de deze af te dekken.
Gebruik Bepanthen Wondgel op kleine wonden zoals: snijwonden, schaafwonden, huidkloven en brandwonden. Ook te gebruiken bij verbranding door de zon. Reinig de te behandelen zone en breng daarna een dunne laag Bepanthen Wondgel aan op de wond zonder die aan te raken met de tube.
Pus of etter is een meestal dik- of dunvloeibare substantie (kleur: witgeel of geel) die zich in het lichaam in een holte zoals een bevindt bij langer bestaande, of die uit ontstoken wonden vloeit.
De pus is lichtgeel, dun en het stinkt – niet te verwarren met oorsmeer dat er donkergeel uitziet, vaster is en niet ruikt.