Als bij u hartfalen wordt vastgesteld, is het belangrijk om uw bloeddruk te blijven controleren. Een normale bloeddruk varieert naargelang de leeftijd, maar een hoge bloeddruk (hoger dan 140/80 mmHg) is schadelijk voor uw hartfunctie, leidt tot meer klachten en vereist een langdurige behandeling.
Lage bloeddruk zonder klachten is niet zeldzaam bij hartfalen, maar vormt op zich geen reden tot afbouw van medicatie. Houd steeds een medicatielijst met type en dosis van uw medicatie bij u. Hartfalen vergt vaak een combinatie van verschillende geneesmid- delen.
Een bovendruk van 120 of lager is een ideale bloeddruk. Hiermee heb je het minste risico op hart- en vaatziekten. Je hebt een lage bloeddruk als de bovendruk lager is dan 90 of de onderdruk lager is dan 60.
De hartspier is vergroot, dunner en slapper dan normaal. Het hart vult zich goed met bloed, maar knijpt minder goed. Bij deze vorm van hartfalen heeft het hart iets minder spierkracht dan normaal. Elke hartslag pompt de linkerkamer 41% tot en met 49% van het bloed weg.
U wordt snel moe als u zich inspant. U voelt zich snel buiten adem en benauwd. Uw voeten en enkels worden dikker. Hartfalen is meestal niet te genezen.
Hartfalen ontwikkelt zich meestal langzaam na letsel aan het hart. Voorbeelden van letsel zijn onder andere een hartaanval, te veel spanning op het hart door een jarenlange, onbehandelde hoge bloeddruk of een zieke hartklep.
De meest gehoorde klachten zijn onder andere vermoeidheid, kortademigheid en vocht vasthouden. Doordat vocht in het lichaam ophoopt. Het verzwakte hart kan de bloedsomloop minder in beweging houden, waardoor vocht niet goed wordt afgevoerd. Op verschillende plaatsen in het lichaam ontstaat vochtophoping.
Systolisch hartfalen
Het hart pompt per hartslag veel minder bloed rond dan normaal.
Onderzoek bij hartfalen
Op basis van je klachten kan de huisarts vermoeden dat je hartfalen hebt. Er is dan meer onderzoek nodig. Dit bestaat vaak in eerste instantie uit een ECG (hartfilmpje) en bloedonderzoek. Als hierbij afwijkingen worden gevonden, is aanvullend onderzoek nodig.
Indien de linker harthelft onvoldoende pompt, raken de bloedvaten van de longen overvol waardoor stuwing en vochtophoping ontstaan en kortademigheid en kriebelhoest kunnen optreden.
Waarden die ook nagekeken worden in het bloed bij hartklachten zijn de BNP en NT pro-BNP. Deze stofjes komen vrij als de hartspier lang onder hoge druk staat. Een verhoogde waarde van deze stofjes in het bloed kan wijzen op hartfalen en is altijd een reden om aanvullend onderzoek te verrichten.
Omdat je hartslag en bloeddruk nauw samenwerken, hebben ze vaak invloed op elkaar. Bij een lage bloeddruk slaat het hart sneller om je bloeddruk op niveau te houden en een hoge bloeddruk kan zorgen voor een onregelmatige hartslag.
Door de hoge bloeddruk moet het hart met meer kracht (tegen een weerstand) pompen, hetgeen tot een verdikte en minder elastische hartspier kan leiden. Hierdoor gaat de zuigfunctie en daarmee de totale pompkracht van het hart achteruit. Hierdoor kan hartfalen ontstaan.
Hartfalen leidt tot een verminderde bloedtoevoer naar de rest van uw lichaam. Als de toevoer naar uw hersenen minder is dan normaal, of als uw bloeddruk laag is, kunt u zich duizelig voelen. Duizeligheid bij mensen met hartfalen komt vaak door hun medicijnen.
Met een ECG wordt de elektrische activiteit van het hart in kaart gebracht en kunnen onze cardiologen in een vroeg stadium hartproblemen analyseren. Bij hartproblemen kunt u o.a. denken aan hartfalen, hartritmestoornissen of zuurstof tekort van de hartspier (angina pectoris, hartinfarct).
Als een hartspier te weinig zuurstof krijgt, kunt u pijn op de borst krijgen of hartkramp. Dit heet angina pectoris. Vaak komt dit doordat de kransslagader nauwer is geworden.
De cardioloog maakt een echo van je hart. De echo (echocardiogram) van het hart bepaalt met zekerheid of je hartfalen hebt. Een echo meet ook de knijpkracht (ejectiefractie) van het hart. De knijpkracht geeft aan hoeveel bloed er bij het samentrekken van het hart wordt uitgepompt.
Roken en alcohol drinken bij hartfalen
Drink dan niet meer dan 1 glas alcohol op een dag en niet iedere dag. Stop met roken als u rookt. Roken zorgt ervoor dat uw hartspier minder bloed krijgt. De gezondheid van uw hart wordt dan snel minder.
Van de personen met een lichte vorm van chronisch hartfalen leeft ongeveer de helft nog minimaal 10 jaar. De helft van de patiënten met ernstig chronisch hartfalen of acuut hartfalen heeft een levensverwachting van minder dan 2 jaar.
Vaak plassen`s nachts; het hart hoeft 's nachts vaak minder hard te werken waardoor het bloed weer beter weggepompt wordt. Er stroomt meer bloed door de nieren waardoor je vaker moet plassen. Minder gaan plassen; dit komt door de slechtere doorbloeding van de nieren.
Pijn als gevolg van hartproblemen voelt men gewoonlijk in de borst, maar het kan zich ook ergens tussen de bovenbuik en hals bevinden, inclusief de armen en schouders. U kunt deze pijn als onaangenaam ervaren, maar ook als drukkend, brandend of stekend.
Mensen met hartfalen kunnen snelle gewichtsveranderingen hebben. Als het hartfalen leidt tot vochtophoping, wordt u zwaarder. Als uw lichaam juist vocht verliest (bijvoorbeeld na behandeling met medicijnen), dan wordt u lichter.
Andere klachten kunnen zijn: koude handen en voeten. ritmestoornissen. opgeblazen gevoel en een moeilijke stoelgang.
Tijdelijk hartfalen bestaat ook. In dat geval is er bijvoorbeeld sprake van een afwijking aan de hartklep, een ritmestoornis, vernauwingen van de kransslagaders of een acuut hartinfarct. Als deze aandoeningen goed worden behandeld, kan het hartfalen verdwijnen of minder worden.
Als u zich houdt aan de vochtbeperking, hoopt zich minder vocht in uw lichaam op. Uw hart wordt daardoor minder belast. De pompfunctie van uw hart kan zich dan enigszins herstellen. Door de betere pompfunctie wordt het dorstcentrum minder geprikkeld.