Een millimeter (0,001 meter), symbool mm, is een uit het SI-stelsel afgeleide lengtemaat met de grootte van een duizendste deel van een meter. milli is afgeleid van het Latijnse woord voor duizend. Een millimeter is gelijk aan onder andere: iets minder dan de dikte van een eurocent.
Als je wilt weten hoeveel centimeter dat is, dan moet je delen voor 10, want 1 centimeter is 10 millimeter. Dan kun je dus berekenen dat 340 millimeter gelijk is aan 34 centimeter.
Als je 1 cm hebt, heb je 10 mm.
Een millimeter is een duizendste van de meter, want Milli betekent duizendste.
Dat is klein, maar volgens de meetkunde kan het nog kleiner. Het rijtje is namelijk: milli, micro, nano, pico, femto en dan kun je nog eindeloos doorgaan. 1 micrometer = 1/1000ste millimeter, 1 nanometer = 1/1000ste micrometer, enzovoorts.)
Het is ongeveer de breedte van een dikke naald. Het woordje 'milli' betekent 'een duizendste deel'.
Veel gebruikte instrumenten zijn een liniaal, een meetlint of een meetlat. De maateenheid op deze instrumenten is centimeters. De millimeters zitten tussen de centimeters; 10 millimeter is 1 centimeter.
Hoeveel is een meter? Een meter is gelijk aan 100 centimeter en 1000 millimeter. 10 meter is een decimeter, 100 meter is een hectometer en 1000 meter is een kilometer.
Methode. Een schaal van 1 : 100 betekent dat 1 lengte-eenheid van het model in het echt 100x zo groot is. Dus stel het schaalmodel van het schip is 10 centimeter, dan weet je dat het schip in het echt 100 · 10 centimeter = 1.000 centimeter (oftewel 10 meter) lang is.
In dit geval is dat 0,5 millimeter: een halve liter water per vierkante meter.
Dat betekent dat 100 centimeter 1 meter is.
Een micrometer (officieus: micron of mu) is een lengtemaat uit het SI-stelsel. De maat heeft het symbool μm. Een micrometer is gelijk aan 10−6 meter, oftewel 0,000 001 meter, een miljoenste deel van een meter, of een duizendste deel van een millimeter, oftewel 0,001 mm.
De internationale voet
De voet is geen SI-eenheid, maar de lengte ervan is in 1958 internationaal vastgelegd via de inch. Een inch is precies gelijk aan 2,54 cm en er zitten 12 inches in één voet. Hiermee is een voet 304,8 mm – 0,3048 m.
Sinds 1959 wordt de inch (of duim) gedefinieerd en internationaal aanvaard als gelijkwaardig aan 25,4 mm (millimeter).
1 dm3 = 1 liter. 1 cm3 = 1 milliliter.
We vermenigvuldigen de lengte, 3 meter, met de breedte, dus keer 3 meter, om 3 * 3 = 9-- 9 vierkante meter te krijgen.
Laat dit allemaal tenslotte ook zien op een meetlint of rolmaat: 10 kleine streepjes (mm) in een cm, 10 cm in een dm, dus 10×10 mm in een dm. Maar ook andersom: in een meter zitten 10 decimeters, in een decimeter 10 cm en 100 mm.
De meter is sinds 1983 gedefinieerd als de afstand die licht in 1/299.792.458 seconde in vacuüm aflegt. De meter is een van de zeven SI-basiseenheden en is de basis van het metrieke stelsel.