Dankzij het initiatief van politicus Samuel van Houten komt er in 1874 een verbod op kinderarbeid in fabrieken. Toch verdwijnt kinderarbeid niet volledig. Met de Leerplichtwet in 1901 worden kinderen van zes tot twaalf jaar verplicht om onderwijs te volgen.
Verzet tegen kinderarbeid. Dit is Samuel van Houten. Vanaf 1864 is hij lid van de Tweede Kamer. Hij vindt dat er een eind moet komen aan kinderarbeid.
Het Tweede Kamerlid Samuel van Houten (fractie van sociaalliberalen) probeerde de kinderarbeid in fabrieken te stoppen door met het Kinderwetje van Van Houten te komen. Kinderen jonger dan 12 jaar mochten niet meer in een fabriek werken. Door de tweede kamer werd er gestemd met 64 voor en 6 tegen. Dit gebeurde in 1874.
In 1874 diende het links-liberale kamerlid Samuel van Houten een wet op de kinderarbeid in, die bekendstaat als het Kinderwetje van Van Houten. Deze wet moest een eind maken aan arbeid door kinderen jonger dan 12 jaar. Omdat de controle tekortschoot, veranderde er in de praktijk weinig.
Op initiatief van de liberale politicus Samuel van Houten wordt de eerste wet in Nederland aangenomen die een einde moet maken aan kinderarbeid. De wet heet Wet houdende maatregelen tot het tegengaan van overmatigen arbeid en verwaarlozing van kinderen, maar wordt beter bekend als het Kinderwetje van Van Houten.
Kinderarbeid als roofbouw
Van Houten zag het nut niet in van de economische gevolgen van kinderarbeid. De reden voor hem om kinderarbeid af te schaffen was dan ook het economisch voordeel dat de afschaffing volgens hem op zou leveren. Hij zag kinderarbeid als roofbouw op het nationaal productieve vermogen.
Hoe staat het in 2020? Suzanne: 'Het is triest om te moeten constateren dat het aantal kinderen dat kinderarbeid verricht, is toegenomen met 8,4 miljoen. In 2020 waren 160 miljoen kinderen in de leeftijd tot en met 17 jaar aan het werk.
Nederland gaat kinderarbeid tegen met nieuwe wet. Op 14 mei 2019 nam de Eerste Kamer de Wet zorgplicht kinderarbeid aan. Dit betekent dat Nederlandse bedrijven voortaan moeten verklaren dat zij kinderarbeid tegengaan. De nieuwe wet is goed nieuws voor Nederlandse kinderen.
UNICEF hanteert de definitie van de International Labour Organization als het gaat om kinderarbeid. Er zijn diverse oorzaken voor kinderarbeid, zoals armoede, gebrek aan kennis, het ontbreken van goed onderwijs en een slechte naleving van wetten die kinderen beschermen.
In Azië, Afrika en Latijns-Amerika werkt Stop Kinderarbeid samen lokale organisaties die zich inzetten om álle kinderen uit het werk te halen en naar school te krijgen. Bijvoorbeeld door het opzetten en versterken van kinderarbeidvrije zones.
Al in 1874 zorgde het Kinderwetje van van Houten ervoor dat kinderarbeid onder de 12 jaar in Nederland afgeschaft werd. Met al deze wet- en regelgevingen in Nederland tegen kinderarbeid kunnen we wel stellen dat kinderarbeid ver van ons af staat.
Waarom moeten kinderen werken? Er zijn diverse oorzaken voor kinderarbeid, zoals armoede, gebrek aan kennis, het ontbreken van goed onderwijs en een slechte naleving van wetten die kinderen beschermen. Ook kinderhandel is een groot probleem. Meestal werken kinderen omdat hun ouders niet genoeg verdienen.
In Azië, en met name India, komt kinderarbeid het meeste voor. In veel landen in Afrika werkt bijna een derde van de kinderen (Unicef, 2019). De meeste kindarbeiders, 112 miljoen, werken in de landbouw. Bijna 48 miljoen kinderen werken in de dienstverlening of industrie.
Jongerenparticipatie. In 2021 organiseerde UNICEF samen met het Turkse ministerie van Werkgelegenheid en Sociale Zaken een Jongerenconsultatie over kinderarbeid. Maar liefst 50 kinderen en jongeren tussen de 14 en 24 jaar deelden hun ideeën over hoe kinderarbeid in het land kon worden uitgebannen.
Indien blijkt dat het verbod van kinderarbeid is overtreden riskeert de werkgever en de ouder/voogd een boete. Een boete wordt berekend per persoon en per dag en het boetenormbedrag bedraagt minimaal €1.000 en maximaal €2.000.
De wet heeft de kinderarbeid streng gereglementeerd. Als uitgangspunt geldt het principe van het algemeen verbod om kinderen arbeid te doen of laten verrichten. Dit betekent dat elke lichamelijke of geestelijke inspanning in het kader van het maatschappelijk productieproces verboden is.
Veel internationale kledingmerken, waaronder H&M, C&A, Esprit, Marks & Spencer, GAP, VF Corporation en Kmart Australia, dragen bij aan deze situatie. Dit zijn belangrijke bevindingen van het rapport Branded Childhood dat vandaag wordt gepubliceerd door de Stop Kinderarbeid coalitie en SOMO.
De overheid heeft de verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie tegen kinderarbeid onderschreven. Die houden kort gezegd in: geen kinderarbeid onder de 14 jaar en geen gevaarlijk werk tot je 18 bent.
Kinderarbeid heeft gevolgen voor de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling. Omdat kinderen makkelijk uit te buiten, goedkope arbeidskrachten zijn, worden zij eerder ingehuurd dan volwassenen. Daarmee leidt kinderarbeid tot lagere lonen en hogere werkloosheid onder volwassenen.
Kinderen die kinderarbeid verrichten, lopen het risico lichamelijke en geestelijke schade op te lopen. Kinderarbeid brengt het onderwijs van kinderen in gevaar, wat nadelig is voor hun toekomstperspectief. In Sub-Sahara Afrika werkt 23,9% van de kinderen.
Na de Industriële Revolutie gaan kinderen in fabrieken aan de slag. In Nederland begon de grootscheepse industrialisatie pas rond 1890, waardoor de ergste excessen hier zijn vermeden. Steenkoolmijnen kwamen er in Nederland pas na 1900, en toen werden er geen jongens jonger dan veertien jaar aan het werk gezet.
Slavernij is zo'n honderdvijftig jaar geleden afgeschaft. Maar nog steeds werken overal ter wereld mensen en kinderen onder vreselijke omstandigheden voor weinig of geen geld. Dat wordt ook wel moderne slavernij genoemd. Als het om kinderen gaat, heet het kinderarbeid.
Twaalf of vijftien uur per dag werken was heel gewoon, en vrije dagen bestonden nauwelijks. Het loon dat de kinderen verdienden, bedroeg ongeveer 50 tot 70 cent per week, dat in zijn geheel moest worden bijgedragen aan het huishouden van het gezin. Alleen een brood kon in die tijd al 70 cent kosten.
In de loop van de negentiende eeuw kwamen er zodoende steeds meer fabrieken met stoommachines in Nederland. De arbeiders die in de fabrieken werkten moesten lange dagen maken voor weinig loon. Het was te weinig geld om vrouw en de kinderen van te onderhouden.
Tot aan de 19e eeuw was kinderarbeid in Nederland heel gewoon. Veel kinderen moesten werken, omdat het gezin anders te weinig geld verdiende om eten, drinken, kleding en onderdak te kunnen betalen. Vroeger dachten de mensen dat het geen kwaad kon om de kinderen te laten werken.