De volgende woordsoorten worden onderscheiden: werkwoorden, zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, voornaamwoorden, bijwoorden, lidwoorden, telwoorden, voegwoorden, voorzetsels en tussenwerpsels.
Toelichting. Het vragend voornaamwoord wat wordt zelfstandig gebruikt. Er volgt dus geen zelfstandig naamwoord. Welk(e) wordt meestal niet-zelfstandig gebruikt.
Een zelfstandig naamwoord waar het lidwoord het bij staat, is een onzijdig woord. Daar kun je naar verwijzen met de aanwijzende voornaamwoorden dit en dat.
Een woord bestaat uit minimaal één vrij morfeem en nul of meer gebonden morfemen. In de praktijk is het een opeenvolging van aan elkaar geschreven letters, waaraan een door conventie overeengekomen betekenis verbonden is.
Bijwoorden: BW (adverbium)
een bijvoeglijk naamwoord: Er liggen erg zieke mensen in een ziekenhuis.
bijwoorden van tijd: wanneer, morgen, vandaag, gisteren, binnenkort, onlangs. aanwijzende bijwoorden: daar, hier, nu. onbepaalde bijwoorden: ergens, nergens, nooit, altijd. vragende bijwoorden: waar, wanneer, hoe.
Mooi is bijwoord bij het bn rode.
Tip: Je kunt ook de sneltoetsen Ctrl + f (Windows, Linux en ChromeOS) of + f (Mac) gebruiken om snel een woord of woordgroep te vinden. Je kunt meer informatie vinden over specifieke woorden of zinnen op een webpagina.
Een aantal vrouwelijke woorden is aan de vorm te herkennen: woorden op -de, -te, -heid, -ij, -ing, -ie, -theek, -teit en -nis zijn doorgaans vrouwelijk. Ook de-woorden op -tuur en -schap worden over het algemeen als vrouwelijk beschouwd.
De woorden de, het en een worden lidwoorden genoemd. Een zelfstandig naamwoord is een de-woord of het-woord.
Ik is in het Nederlands een persoonlijk voornaamwoord, in de regel gebruikt als de spreker uitsluitend zichzelf in de onderwerpsvorm wil aanduiden. De overeenkomende voorwerpsvorm is mij of me. De vorm wij is de meervoudige tegenhanger van ik.
Aanwijzend voornaamwoord
~ + hoofdtelwoord: ongeveer.
De bank en zijn/haar medewerkers
Bank, bloem, kin, stad en taal zijn voorbeelden van woorden die zowel mannelijk als vrouwelijk zijn en waar dus alleen de achter staat. Veel van deze woorden zijn van oorsprong vrouwelijk, maar werden in de loop der tijd steeds meer als mannelijk ervaren.
De zelfstandige naamwoorden worden traditioneel verdeeld in vrouwelijke, mannelijke en onzijdige woorden. Vrouwelijke en mannelijke zelfstandige naamwoorden zijn de-woorden; onzijdige zelfstandige naamwoorden zijn het-woorden.
Is het 'de naald' of 'het naald'?
Het is 'de naald', want naald is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die naald'.
Op zoek wordt met een spatie geschreven in woordgroepen zoals “op zoek zijn naar”. Opzoek wordt alleen aan elkaar geschreven als het een vorm van het werkwoord “opzoeken” is.
Er. Als 'er' niet vooraan in een zin staat of de enige plaatsverwijzing is, is het woord overbodig. Dus niet: In dit artikel wordt er verteld over overbodige woorden. * Nog beter is het om ook het hulpwerkwoord weg te laten: Dit artikel gaat over overbodige woorden.
Een rustige ademhaling zorgt er namelijk voor dat jouw brein een seintje ontvangt dat alles oké is. Neem daarom even de tijd wanneer je merkt dat je moeilijk uit je woorden komt en adem diep in – één, twee, drie – en weer – aaah – uit. Hierbij kun je de '4-7-8'-ademhaling gebruiken.
naamw. Voorbeelden: `Ik ben morgen jarig.
Bijwoord. Dit is een erg moeilijke zaak.
Bezittelijke voornaamwoorden zijn woorden als mijn, jouw, zijn, haar en ons, die een relatie van bezit of herkomst uitdrukken tussen een persoon of zaak en een zelfstandig naamwoord: mijn auto, haar vader.