Bij een indirecte vraag
Je stelt wel een vraag, maar doet dat in een stellende zin. Je hoort vaak aan de intonatie dat je te maken hebt met een indirecte vraag (je toon gaat omlaag zoals bij een punt). De nieuwe onderwijzeres vroeg hoeveel kinderen zij volgend jaar in de klas zou krijgen.
Een vraagteken (question mark) is een leesteken dat je aan het einde van een zin plaatst om aan te geven dat de voorafgaande zin een vraag betreft. Andere leestekens die je plaatst om het einde van een zin aan te duiden zijn een punt en een uitroepteken.
Veelgestelde vragen
Je plaatst een zinseindeteken, zoals een punt, uitroepteken of vraagteken, bij een citaat tussen aanhalingstekens binnen de aanhalingstekens.
Een vraag is een zin die bedoeld is om informatie in te winnen, een verzoek te uiten of tot denken aan te zetten. In veel landen wordt zo'n zin op schrift beëindigd met een speciaal teken dat in het Nederlands "vraagteken" wordt genoemd. In de spreektaal stijgt de toon meestal aan het eind van de zin.
Na een vraag schrijf je een vraagteken. Er komt geen spatie vóór het vraagteken. Als je na het vraagteken op dezelfde regel verdergaat, komt er een spatie tussen het vraagteken en het volgende woord.
Als het vraagteken onderdeel is van het citaat komen de aanhalingstekens erna (en vervalt de zinseindepunt). Hetzelfde geldt voor zinnen met een uitroepteken. Is het citaat geen vraag (of uitroep), maar de hele zin wel, dan komt het aanhalingsteken eerst.
Vraagteken binnen een zin
Net als een uitroepteken kun je ook een vraagteken bij uitzondering binnen een zin gebruiken. Je geeft dan ironie (1) of twijfel (2) aan. Hij schreef een echte bestseller(?), hij verkocht maar liefst tien exemplaren. Zij won het spelletje voor derde(?)
Het vraagteken is ontstaan in de Karolingische tijd (achtste of negende eeuw). In de kloosterschrijfschool van Tours werd toen het schrift- en tekensysteem geüniformeerd. Dat leverde ook nieuwe leestekens op.
Een vraagteken is een leesteken dat je gebruikt achter een zin die vragend is. Een vragende zin begint met een vraagwoord of met de persoonsvorm van een zin.
Druk op de blauwe Fn-toets linksonder op je toetsenbord. Houd deze ingedrukt. Terwijl je die Fn-toets ingedrukt houdt, maak je op de normale manier je ¿: druk ook een Alt-toets in, druk vervolgens 168 in, en laat de Alt-toets los.
Een vraag in een enquete of interview die zonder omwegen naar de mening/visie van de respondent vraagt.
Gesloten vragen
Een gesloten vraag biedt u meestal twee of soms drie mogelijkheden. Vaak is een gesloten vraag een die je met ja of nee kunt beantwoorden of waarbij er naar een keuze tussen twee opties wordt gevraagd.
Gedachten. Gedachten worden gewoonlijk zonder aanhalingstekens weergegeven, en na de dubbele punt volgt een kleine letter: Ik dacht: morgen ga ik naar de film. Morgen ga ik naar de film, dacht ik.
Enkele aanhalingstekens worden het meest gebruikt. Ze hebben verschillende functies: ze kunnen onder andere citaten weergeven, ironie aangeven en woorden in zelfnoemfunctie markeren. Dubbele aanhalingstekens worden vrijwel alleen gebruikt om citaten weer te geven.
Volgt er een punt als een zin eindigt met een internetadres of een e-mailadres? Ja, een zin moet in lopende tekst altijd eindigen op een afsluitend leesteken. Dat kan een punt zijn, maar ook een vraagteken, een uitroepteken of een beletselteken (drie puntjes achter elkaar).
aanhalingstekens: zet een punt of een vraagteken steeds binnen de aanhalingstekens. Kondig een opsomming, een uitleg, een citaat of een reden aan met een dubbele punt. Vermijd verwarring: gebruik nauwelijks gedachtestreepjes en haakjes.
' Als het citaat een uitroep is en de citaatinleidende zin een vraag, dan komt er altijd een uitroepteken voor het aanhalingsteken om het citaat af te sluiten en een vraagteken na het aanhalingsteken om de volledige zin af te sluiten.
Citeren. Een citaat wordt altijd tussen dubbele aanhalingstekens geplaatst. Het citaat wordt gevolgd door een verwijzing tussen haakjes - achternaam auteur(s), jaartal, paginanummer(s) - of door de auteur(s) in de tekst te noemen. Let op: Een citaat wordt niet cursief geschreven.
– Gewone vragen zijn vragen waarop je duidelijk antwoord kunt geven. – Gewone vragen kunnen makkelijk of moeilijk zijn. – Bij gewone vragen gaat het om feiten: de antwoorden zijn te checken.
Kritische vragen kunnen aan ieder inhoudelijk onderwerp gekoppeld worden, we geven hier enkele voorbeelden. Hoe komt het dat ik de dingen doe zoals ik ze doe? Wat is 'mijn waarheid' over deze situatie? Hoe komt het dat wij in onze groep/team de dingen doen zoals we ze doen?
Zinvolle vragen / zinloze vragen: een indeling
Groep A: Vragen die je kunt stellen en waarop jij en/of een ander een antwoord kunt geven. Dit noemt Schwab zinvolle vragen. Groep B: Vragen die je kunt stellen en waarop noch jij en/of noch een ander een antwoord kan geven.