Het is algemeen bekend dat paarden net als mensen graag appels lusten. Maar pas op, voer er niet teveel van. Een of twee per dag is genoeg. In veel fruit, zoals appels en perziken) zitten pitten die cyanide bevatten.
Fruit bevat namelijk relatief veel suikers en teveel fruit werkt verstorend op de darmflora van je paard. Wil je toch fruit geven, neem dan een appel, banaan, peer, perzik of een pruim. Bij de laatste twee niet vergeten om de pit te verwijderen! Andere fruitsoorten kan je beter niet aan je paard voeren.
Ze bevatten meer fructose. Daarom moet je met het geven ervan terughoudend zijn bij paarden die gevoelig zijn voor hoefbevangenheid of maagzweren. Het suikergehalte zorgt er namelijk voor dat de zuurgraad van de maag verandert. Voedingsdeskundigen houden een maximum van 5 kilo appels per dag aan.
Afwisseling is niet de enige reden om je paard af en toe eens wat groente te geven. Vaak bevatten groenten – en het bladafval daarvan – lekker veel vezels. Supergezond voor je paard! Geef de groentes daarom vooral met stengel en blad eraan, want dat eten paarden in de winter ook.
Groentes zoals boerenkool, broccoli, spruitjes, radijsjes, spinazie, komkommer en wortelen kunt u aan uw paard voeren. Dit uiteraard met mate. Vooral wortelen zijn goed voor paarden, ze bevatten bèta caroteen en bevatten weinig suikers. Let er wel op dat u de wortelen niet in ronde stukjes snijdt.
Watermeloen of Cantaloupe (wel zonder schil en pitjes geven!) De zaadjes van een appel bevatten de giftige stof arsenicum, dus die kan je beter niet geven. Bovendien zou een paard kunnen stikken in het klokhuis. Je kunt je paard het beste appelschijfjes geven.
Vers geoogst hooi mag pas worden gevoerd na een opslagperiode van ten minste 6 weken. De reden ligt in het restvocht van het hooi: tijdens het droogproces kunnen bacteriën en ziektekiemen zich sterk vermeerderen.
Brood. Veel vers wit of bruin brood is echter niet goed, er kunnen deegballen vormen, die zijn slecht verteerbaar en kunnen een verstopping veroorzaken. Geef ook geen beschimmeld brood, dit verhoogd de kans op koliek. Het beste kan oud bruin/wit brood gevoerd worden.
Sommige soorten fruit bevatten pitten en die zijn niet goed voor je dier. Dus als je ze kersen, nectarines, abrikozen, Cantaloupe of (water)meloen wilt geven. Zorg er dan voor dat je de pit(ten) eruit gehaald hebt. Voor meloen, Cantaloupe en watermeloen is het daarnaast goed om de schil ook niet te geven.
Uit onderzoek door een Engelse universiteit is gebleken dat paarden de smaak van banaan en fenegriek het lekkerst vinden. Daarna volgen tomaat, rozemarijn, komijn, wortel, pepermunt en oregano. Wanneer één van de favoriete smaken wordt toegevoegd aan bijvoorbeeld een mineraalbrok, dan wordt deze beter gegeten.
Wortels zijn een goede bron van water (met ongeveer 80%). Dit maakt ze erg geschikt voor paarden met een zogenaamd 'droog' dieet, bijvoorbeeld paarden die droog hooi en brok gevoerd krijgen en (voornamelijk) op stal worden gehouden.
De meeste paarden en pony's hebben aan gras en hooi meer dan voldoende. Alleen als je erg veel arbeid van de dieren vraagt, hebben ze soms bijvoeding in de vorm van krachtvoer nodig. Paarden zijn echte dooreters. Ze zijn van nature ingesteld op een geleidelijke en langdurige opname van vrij laagwaardig gras.
Voor het ontstaan van appeltjes bij een paard is namelijk genetische aanleg nodig. . De meeste kans om appeltjes te zien is na de ruiperiode in de zomer, als de vacht dunner en korter is, maar niet bij ieder paard, hoe goed je het verzorgt en voedt, komen appeltjes tevoorschijn.
De meeste mensen denken dat een paard lacht, als hij/zij zijn bovenlip krult en zijn tanden ontbloot; het lijkt op een brede grijns. Eigenlijk lachen paarden niet, het is een reactie die te maken heeft met de geuren. Het paard registreert alleen de geuren die via de lucht naar zijn klieren stromen.
Sommige groentes zijn specifiek interessant vanwege de bitterstoffen, dat zijn: broccoli, rode bietjes, komkommer, artisjok, pompoen, sla en witlof. En dan zijn er nog meer, maar die mag je alleen in zeer kleine hoeveelheden (1×1 cm) voeren, geef deze ook alleen aan gezonde paarden: bloemkool, boerenkool en spruitjes.
Bladhoudende bomen en struiken
De meeste bladhoudende bomen, struiken en planten zijn giftig voor paarden. Dit zijn bomen, struiken en planten die in de herfst en winter hun blad niet verliezen en een groene kleur hebben (groenblijvende planten). Denk hierbij dus aan de buxus en de taxus.
Paarden mogen maximaal ca. 1,2 – 2 kg wortelen per 100 kg lichaamsgewicht per dag krijgen. Dit betekent voor een volwassen paard van 600 kg ca. 7,2 – 12 kg wortels per dag.
Zo voorkom je dat het paard te dik of te mager wordt. Laat een paard niet langer dan zes uur zonder voer staan. Met vers, smakelijk stro in de stal mag dit wel langer zijn (acht uur), maar veel stro eten kan bij gevoelige paarden leiden tot verstoppingskoliek.
Wanneer je vers brood aan je paard voert, bestaat de kans dat er deegballen ontstaan die slecht verteerbaar zijn en daardoor verstoppingen kunnen veroorzaken. Ook bestaat de kans dat het verse brood aan het gehemelte van het paard blijft plakken. Daarom zou je dus geen vers brood aan je paard moeten voeren.
Paarden eten nat hooi goed, maar voer het wel direct om schimmelvorming of verlies van waardevolle nutriënten te voorkomen.
Antwoord: Het kan effectief zijn om hooi te dompelen in water alvorens het aan een hoestend paard te voeren. Het dompelen van het hooi zorgt ervoor dat de stofdeeltjes en schimmelsporen eraf gespoeld worden. Deze stofdeeltjes en schimmelsporen kunnen de oorzaak zijn van het hoesten.
Paarden houden niet van disharmonie en gebrek aan leiderschap, en ze hebben er zeker een hekel aan bewerkt te worden.
Appels worden in Nederland het meest gegeten van alle fruitsoorten. Per dag eten we gemiddeld 28 gram appel. Het advies is om dagelijks minimaal 2 stuks fruit te eten, wat neerkomt op 200 gram per dag.
Appels. Het is algemeen bekend dat paarden net als mensen graag appels lusten. Maar pas op, voer er niet teveel van. Een of twee per dag is genoeg.