Sinaasappels en mandarijnen zijn fruitsoorten. Sinaasappels bevatten veel vitamine C en dragen bij aan de inname van foliumzuur. Mandarijnen bevatten wat minder vitamine C en foliumzuur. Fruit staat in de Schijf van Vijf.
Mandarijnen. De mandarijn is een populaire fruitsoort en te herkennen aan zijn kleine, oranje en ronde uiterlijk. Niet alleen handig om mee te nemen, maar dit stuk fruit is ook nog eens lekker zoet! De mandarijn is een echte citrusvrucht en onder andere familie van de citroen en de sinaasappel.
De mandora is een kruising tussen de mandarijn en de sinaasappel, is afkomstig uit Cyprus en verkrijgbaar vanaf eind januari tot half april. De naam is een samentrekking van "mandarijn" en "orange".
Een clementine heeft wel een dunnere schil dan een mandarijn en is dus gemakkelijker te pellen. Een mandarijn is daarentegen groter en heeft ook een fellere kleur. En hoewel ze beide evenveel suiker bevatten, smaakt een mandarijn iets zuurder dan een clementine.
Herkomst van de naam
Mogelijk is het een leenwoord uit het Zweeds, mandarin apelsin, waarbij apelsin weer een leenwoord uit het Duits: Apfel Sina dat Chinese appel betekent. Het woord Mandarin is dan weer een verwijzing naar de Chinese hoge ambtenaren, mandarijnen, die in de 18e eeuw gele gewaden droegen.
Sinaasappels en mandarijnen staan net als andere fruitsoorten in de Schijf van Vijf. Voor volwassenen geldt het advies om minimaal 2 porties fruit per dag te eten. Een sinaasappel geldt als één portie fruit. Van mandarijnen moet je er 2 eten voor één portie.
Naast Vitamine C bevatten mandarijnen ook vitamine A, B1, B2, B6 en B11 en de mineralen Calcium, Fosfor, Magnesium en Zink. Ook zijn er enkele studies gedaan en daaruit is gebleken dat mandarijnen de kans op verschillende ziektes doet verkleinen waaronder diabetes, aderverkalking, beroertes en leverkanker.
Het witte velletje in mandarijnen en sinaasappels is het restant van een vaatstelsel. Het heet merg. Volgens Ernst Woltering, hoogleraar productfysiologie aan Wageningen University, gaat het om overblijfselen van het vaatstelsel dat voedingsstoffen van de plant naar de groeiende vrucht brengt.
Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat de meeste mandarijnen helemaal geen pitjes bevatten. Dat is ook helemaal niet zo vreemd. Het komt vaak voor dat de mandarijn zich zonder een bevruchte zaadknop ontwikkelt en als die zaadknop niet bevrucht is, groeien er geen pitjes.
Er zitten 28 kilocalorieën in 1 stuk (60 gram) mandarijn.
Bramen: door het grote aantal gezonde voedingsstoffen kunnen bramen worden gezien als het gezondste fruit! Bramen bevatten veel belangrijke vitamines (A, B1, B2, B6, B11, C en E) en mineralen (natrium, kalium, calcium, fosfor, ijzer, magnesium en koper).
Zelf zo opeten kan natuurlijk, maar ook lekker is om ze uit te persen en met het sap een lekker fleurig, winters toetje te maken.
De raad adviseert om ongeveer 250 g fruit per dag te eten. Dat komt overeen met een tweetal stukken fruit. Niet alle fruit is even groot. Denk bij één stuk fruit aan de grootte van een appel, peer of banaan, een sinaasappel of perzik, …
Tomaat. Tomaten zijn technisch gezien fruit, maar dat houdt mensen niet tegen om ze onder de noemer groente te plaatsen. Een discussie hierover liep zo uit de hand dat er in Amerika in 1893 iemand naar het hoger gerechtshof trok en de rechtszaak won. Sindsdien zijn tomaten officieel fruit.
Botanisch verschil tussen groenten en fruit
Vruchten zijn de plantendelen die het zaad omringen. Zij zijn gegroeid uit het vruchtbeginsel of vanuit de basis van de bloem. Alle andere eetbare plantendelen zoals stengels, wortels en bladeren worden aangeduid als groenten.
Mandarijntjes zijn ideaal voor de winter! Dit komt door het hoge gehalte aan vitamine C. Vitamine C verhoogt je weerstand, waardoor je minder vatbaar bent voor verkoudheden en griepjes.
De mandarijnen kun je lekker opeten of in een salade verwerken. Vul een of meerdere kweekbakjes met stekgrond en stop de mandarijnpit(ten) in de grond, zodat ze bedekt zijn. Zorg ervoor dat de stekgrond in het begin goed nat blijft, maar niet drijfnat. Zet de kweekbakje(s) op een lichte plek.
En vooral waarom dan? Tot eind 19e eeuw was een sinaasappel nauwelijks te vervoeren, omdat door stoten en besmetting veel sinaasappels de reis naar de klant niet overleefden. Met de komst van het sinaasappelpapiertje werd dit probleem verholpen.
Sterker nog: mandarijnenschillen zijn hartstikke gezond en worden in Azië al eeuwen gebruikt als medicijn. De schil bevat namelijk veel vezels en antioxidanten. Hierdoor kan het eten van de schil helpen om het immuunsysteem te versterken, de spijsvertering te verbeteren en ontstekingen te verminderen.
In de schil en die slierten zitten ook belangrijke voedingsstoffen en vezels. Om van alle gezondheidseffecten van mandarijnen te profiteren, is het daarom geen slecht idee om af en toe de mandarijn met draadjes en al te verorberen.
De beste indicator voor een goede mandarijn is om te kijken naar het ras. Veelal wordt de clementine erkent als lekkerste soort: zoet-zuur met een dunne schil. Een andere goede is de Satsuma, een van origine Japans ras wat nu in Spanje verbouwd wordt. Ze zijn vooral later in het seizoen zoeter.
4: Goed voor je stoelgang en darmflora
Mandarijnen zijn rijk aan vezels. Daardoor zijn ze goed voor je stoelgang. Vezels trekken namelijk vocht aan. Samen met dit vocht vormen ze een zachte brij in je spijsverteringssysteem.
Evenveel voedingsstoffen
De voedingsstoffen in ingeblikt fruit zijn volgens het Voedingscentrum wel ongeveer gelijk aan die in vers fruit. Het gaat dan om stoffen als foliumzuur, kalium, ijzer, calcium, vitamine C en vitamine A.
1 à 2 mandarijnen is een goed en evenwichtig tussendoortje. De mandarijn levert je relatief weinig calorieën op, voldoende vezels en heel wat vitamines en mineralen. Ook de glycemische index is gemiddeld, dat wil zeggen dat je geen al te grote bloedsuikerstijging zal krijgen na het eten van de mandarijn.