In sommige gevallen is zowel wij als ons mogelijk na een stellende trap of na hetzelfde/dezelfde, maar dan is er een betekenisverschil. Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is wij de correcte vorm. Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is ons correct.
Wij (of we) is de onderwerpsvorm van de eerste persoon meervoud. Die wordt gebruikt als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult. Ons is de voorwerpsvorm. Die vorm wordt bijvoorbeeld gebruikt als het voornaamwoord de functie van lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp vervult of na een voorzetsel staat.
Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is ik de correcte vorm. Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is mij correct.
Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is hij de correcte vorm. Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is hem correct.
Kort samengevat: Na een gelijkheid (stellende trap) schrijf je als. Na een ongelijkheid (vergrotende trap) schrijf je dan.
Dan komt na een vergrotende trap en na anders en ander(e): groter dan, kleiner dan, anders dan. Als komt na vergelijkingen met zo en even: zo groot als, even klein als.
Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is ik de correcte vorm. Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is mij correct.
Het woord 'als' gebruik je als je een vergelijking wil maken tussen twee zaken die een overeenkomst hebben. Meestal gebruik je in dit soort zinnen de woorden 'even', 'zo' of 'hetzelfde/dezelfde'.
Gebruik de functie ALS, een van de logische functies, om één waarde te retourneren als een voorwaarde waar is en een andere waarde als de voorwaarde onwaar is. Bijvoorbeeld: =ALS(A2>B2;"Budget overschreden";"OK") =ALS(A2=B2;B4-A4,"")
'Als' gebruik je in een vergelijking met 'zo' of 'even': Hans is zo oud als Grietje. En Grietje is even blond als Hans. Hier zijn de vergeleken eigenschappen gelijk.
Combinaties zoals als vrouw zijnde*, als man zijnde*, als kind zijnde* zijn niet correct. Het zijn contaminaties, dat wil zeggen verhaspelingen van twee woorden of uitdrukkingen met een verwante betekenis.
De vergrotende trap krijgt altijd dan. Piet is beter dan Jan. Hardlopen is even goed als wandelen. Karlijn is even slim als Ineke.
Volgens de taalnorm is in iemand als ik/jij/hij/... en vergelijkbare constructies als mensen als zij of een leraar als hij de onderwerpsvorm van het persoonlijk voornaamwoord juist. Dat fungeert dan als het onderwerp van een bijzin na het voegwoord als.
Veel mensen denken dat in formelere teksten zoals brieven en zakelijke e-mails alleen wij gebruikt mag worden, maar dat is niet terecht. Als het onderwerp van de zin geen nadruk krijgt, is het onnatuurlijk om wij te gebruiken: 'Wij hebben uw brief ontvangen' klinkt minder natuurlijk dan 'We hebben uw brief ontvangen. '
Beide vormen zijn correct Nederlands. Je mag in een tekst ook best we en wij door elkaar gebruiken.
Persoonlijk voornaamwoord
Hij doet het voor ons.
Voor het stellen van de diagnose kan een MRI nodig zijn. Een Magnetic Resonance Imaging (MRI) is de meest gebruikte beeldvormende test voor het onderzoeken van de hersenen en het ruggenmerg.
Zorg voor ondersteuning voor jezelf én je naasten bij ALS
Voor de patiënt zelf, maar ook voor zijn of haar partner, kinderen en verdere omgeving. Vanuit het ALS-behandelteam krijg je ondersteuning door een maatschappelijk werker. Hij of zij kan de patiënt en naasten helpen met de gevolgen van de ziekte om te gaan.
Heeft iemand met ALS moeite met praten, neem dan de tijd. Wees geduldig en zorg dat u weet wat uw cliënt wil en weet wat u gaat doen. Maak oogcontact en ga op ooghoogte van uw cliënt zitten. Herhaal wat u denkt dat u hebt verstaan, zodat de cliënt niet alles hoeft te herhalen, maar alleen het woord dat niet goed is.
Met als en wanneer kan zowel een tijdsmoment ('op het moment dat' of 'iedere keer dat') als een voorwaarde ('indien') worden uitgedrukt. Er is een stijlverschil: als is het vlotst, wanneer is formeler en schrijftaliger. Ik vind het niet leuk als / wanneer je mijn woordgebruik verbetert.
Als en zoals zijn allebei correct om door middel van voorbeelden iets nader te specificeren. Als de zin met een pauze vóór het voegwoord wordt gelezen, is er een voorkeur voor zoals.
Als, wanneer en indien kunnen alle drie een voegwoord van veronderstelling of voorwaarde zijn in de betekenis 'in het geval dat' en 'onder voorwaarde dat'.
Als het over twee personen gaat, schrijven we beiden. In alle andere gevallen blijft de n achterwege. Dat is het geval als het gaat om twee dingen, maar ook als er sprake is van een persoon en een ding.
Juist is: 'beter dan ik'. Het is een verkotring van: 'hij zingt beter dan ik zing'. Bij vergelijkingen met 'als' gebeurt hetzelfde: hij zingt net zo goed als ik (zing). 'Dan' is juist bij vergelijkingen die een ongelijkheid uitdrukken: ik ben ouder dan zij, hij is groter dan zijn broer, dat kost veel meer dan ik dacht.
Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is zij de correcte vorm. Als het om een lijdend voorwerp gaat, is hen correct. Als het om een meewerkend voorwerp gaat, is hun (of aan hen) correct.