Ongeveer 15 procent van de Nederlandse bevolking heeft een IQ lager dan 85. Het ging in 2008 om ongeveer 55.000 mensen met een IQ tussen 50 en 70 (lichte verstandelijke beperking) en ongeveer 2,2 miljoen mensen met een IQ tussen 70 en 85 (zwakbegaafdheid).
Hoe weet je of je een verstandelijke beperking hebt? De gemiddelde Nederlander heeft een intelligentie (IQ) van 100. Als je IQ onder de 80 is, noemen we dit een lichte verstandelijke beperking.
Ongeveer 440.000 Nederlanders hebben een verstandelijke beperking (IQ<70)
In een schatting van het Nederlands Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) uit maart 2010 wordt aangenomen dat 13% van de Nederlandse bevolking zwakbegaafd is. In een IQ-test waar een normaal begaafd persoon een gemiddelde IQ-score van 100 haalt, heeft een zwakbegaafde een IQ-score tussen de 70 en 85.
Een IQ tussen de 50 en zeventig duidt op een lvb, een IQ tussen de 70 en 85 duidt op zwakbegaafdheid. Maar, zo stelt het Netwerk Gewoon Meedoen, een IQ-test is geen 'robuust gegeven'.
90 – 110: normaal. 80 – 89: beneden gemiddeld. 70 – 79: laag begaafd/moeilijk lerend. 50 – 69: lichte verstandelijke beperking.
Ongeveer 15 procent van de Nederlandse bevolking heeft een IQ lager dan 85. Het ging in 2008 om ongeveer 55.000 mensen met een IQ tussen 50 en 70 (lichte verstandelijke beperking) en ongeveer 2,2 miljoen mensen met een IQ tussen 70 en 85 (zwakbegaafdheid).
Natuurlijk zijn daarbij uitzonderingen, maar over het algemeen heeft een kind op het VWO bijvoorbeeld een gemiddeld IQ van minimaal 116. Voor een leerling op het Havo is het gemiddeld IQ minimaal 107.
In de algemene bevolking ligt het percentage op 15 procent. Hierbij betekent een laag IQ ofwel licht verstandelijk beperkt (50-70), of zwakbegaafd (70-85).
Hoe hoog moet je IQ zijn voor de universiteit? In academische kringen kan nog wel eens worden neergekeken op mensen met een IQ beneden de 117. Echter, de gemiddelde score binnen een bevolking is 100, dus iedereen met een score boven de 100 is officieel al 'begaafd'.
Onderzoekers van het University College London ontdekten in 2011 bijvoorbeeld dat het IQ van jongeren in enkele jaren tot maar liefst 20 punten kon stijgen of dalen. Zaken die helpen om je hersenen en je intelligentie te ontwikkelen zijn gezond en genoeg voedsel, en goed onderwijs.
Iemand met zwakbegaafdheid heeft een IQ tussen de 70 en 85. aanpassingsvermogen die zijn ontstaan gedurende de ontwikkelingsperiode. Hoewel het IQ een belangrijk aspect is van de classificatie ZB en LVB, moet er met name aandacht zijn voor de (beperkingen in) het adaptieve functioneren.
Geschat IQ: 160
Einstein, de man achter de relativiteitstheorie, was notoir slecht in het onthouden van namen, getallen en data. Desondanks wordt zijn IQ geschat op 160, waarmee hij een genie was.
Van de bevolking heeft 2,5 procent een IQ van boven de 130 (ter vergelijking: het gemiddelde IQ van een havo-leerling bedraagt 103.8, voor een vwo-leerling 115). Ofwel: gemiddeld 1 kind per schoolklas van 30 leerlingen.
Oorzaken onjuiste score IQ test
het kind is moe, niet goed geslapen, verkouden. het kind heeft geen klik met de tester, voelt zich niet op zijn gemak. het kind is faalangstig, wil het “goed” doen. het kind past zich aan de tester aan en laat sociaal wenselijk gedrag zien (de tester heeft het niet door)
Met elk jaar dat een kind ouder wordt, wordt het slimmer. Aan het einde van de puberteit is de cognitieve ontwikkeling gestabiliseerd. Een 18-jarige doet dan een IQ test amper nog beter dan een 16-jarige. Zijn mensen gezond dan blijft de intelligentie tot zeker na het 65e levensjaar stabiel.
We spreken af dat een 'gemiddelde mens' een IQ van 100 heeft. We respec- teren die afspraak in elke leeftijdsgroep. Zo heeft een 'gemiddeld intelligent' kind van 6 jaar een IQ van 100, een 'gemiddeld intelligent' kind van 10 jaar een IQ van 100, een 'gemiddeld intelligente' dertiger een IQ van 100 enz.
We spreken van ZB als iemand een IQ heeft tussen de 70 en 85. Mensen met LVB hebben tekorten in de verstandelijke functies (een IQ tussen 50-70) en tekorten in het aanpassingsvermogen die zijn begonnen gedurende de ontwikkelingsperiode.
lager dan 80 LWOO of praktijkonderwijs 80 t/m 90 vmbo bbl of vmbo bbl/kbl 90 t/m 100 vmbo kbl of vmbo kbl/tl 100 t/m 105 vmbo-tl of vmbo-tl/havo 105 t/m 110 vmbo tl/havo 110 t/m 115 havo vanaf 115 havo/vwo vanaf 130 vwo (gymnasium, TTO etc.)
De verschillen tussen havo en vwo in moeilijkheidsgraad zitten vooral in de lesstof, de denkwijze en de werkdruk. De lesstof op het vwo is uitgebreider dan bij een havo opleiding. De leerling moet dus over een bredere kennis kunnen beschikken tegen de tijd dat de eindexamens worden afgenomen.
Het gemiddelde IQ van mensen met een mbo opleiding ligt tussen de 86 en 110 met een gemiddelde van 98. Mensen met een wetenschappelijke opleiding hebben doorgaans een IQ dat ligt tussen de 103 en 128 met een gemiddelde van 115.
ernstige verstandelijke beperking (IQ 20-34 / ontwikkelingsleeftijd tussen de 3 en 5 jaar); matige verstandelijke beperking (IQ 35-49 / ontwikkelingsleeftijd 6-9 jaar; milde verstandelijke beperking (IQ 50-70 / ontwikkelingsleeftijd 9-12 jaar).
Het gemiddelde IQ van een kind is 100. Een kind dat dus bij een intelligentietest een IQ scoort hoger dan 100, is intelligenter dan een 'gemiddeld' kind.
Daarnaast kan ook een IQ-score iets zeggen over een mogelijke lvb of zwakbegaafdheid. Een IQ tussen de 50 en zeventig duidt op een lvb, een IQ tussen de 70 en 85 duidt op zwakbegaafdheid.