Uit onderzoek is gebleken dat strippen vanaf 41 weken bewezen zinvol is om de bevalling op gang te brengen. Binnen 24 uur na het strippen kan er een effect merkbaar zijn. Dit kan zijn: Echte weeën.
Binnen 24 uur na het strippen kan er een effect optreden zoals echte weeën, menstruatieachtige krampen, meer harde buiken of voorweeën. Bij ongeveer een derde van de zwangeren die gestript zijn komt de bevalling op gang, een derde krijgt voorweeën en/of harde buiken en bij een derde gebeurt er helemaal niets.
Na het strippen heb je meer kans om te gaan bevallen doordat je lichaam prostaglandines (hormoonachtige stoffen die weeën opwekken) aan gaat maken. Die prostaglandines zorgen ervoor dat de baarmoedermond “rijper” wordt en kunnen ervoor zorgen dat je binnen 24 uur weeën krijgt.
Het meeste effect van strippen is vanaf een zwangerschapsduur van 41 weken. Als je binnen 20 uur geen weeën krijgt dan heeft het strippen geen effect gehad. Wel kan het strippen ervoor zorgen dat de rijping van de baarmoedermond versneld wordt.
Bij ongeveer een derde van de zwangeren die gestript zijn, komt de bevalling op gang. Een derde krijgt veel voorweeën en/of harde buiken, zonder dat de bevalling doorzet. Bij het overige deel van de vrouwen gebeurt er helemaal niks. Als er niets gebeurd is, kunnen we na 48 uur het strippen herhalen.
Ongeveer 1 op de 6 vrouwen bevalt op het strippen. Bij de vrouwen die niet bevallen gebeurt er soms helemaal niks en soms ontstaan er wel meer harde buiken of voorweeën. Dit leidt soms wel tot wat meer ontsluiting waardoor een 2e strippoging soms wel effect heeft of het later mogelijk is om de vliezen te breken.
Het is namelijk bewezen dat strippen in de 41e week de kans verkleint dat je 42 weken zwanger wordt. Gemiddeld beval je door het strippen 1 dag eerder dan anders. Dit kan net het verschil maken tussen een bevalling met je verloskundige of met de gyneacoloog.
Als er 1 cm of meer ontsluiting is, kunnen we bij de vliezen komen en kunnen we strippen. Bij het strippen komen hormonen vrij die ervoor kunnen zorgen dat de bevalling op gang komt. Als er dus geen ontsluiting is kunnen we ook niet strippen.
Na strippen maakt je lichaam een stofje aan: prostaglandine. Dat maakt de baarmoedermond “rijper”. Het kan binnen 48 uur de weeën opwekken. Vanaf 40 weken zwangerschap zullen we je aanbieden om te strippen.
Een andere mogelijkheid om de bevalling zonder inleiding op gang te brengen is “strippen”. De verloskundige of gynaecoloog maakt dan met de vingers tijdens het toucher de baarmoedermond los van de vliezen. Dit kan onaangenaam voelen en gepaard gaan met bloederig slijmverlies.
Strippen is alleen mogelijk als de baarmoedermond al wat open staat en je dus al enige ontsluiting hebt. Bij het strippen brengt de verloskundige de vingers in de baarmoedermond naar binnen en maakt met de vingers voorzichtig ronddraaiende bewegingen rondom het hoofdje van de baby.
De meeste bevallingen beginnen tussen de 37e en 42e week. Maar wanneer begint de bevalling nou eigenlijk en waaraan kun je dat merken? In ongeveer 90% van de gevallen begint een bevalling met weeën, in 10% met het breken van de vliezen. Maar soms kan het ook nog loos alarm zijn.
Bij het strippen woelt de verloskundige met de vingers de vliezen van de baarmoedermond los. Hierbij komen hormonen vrij (prostaglandines) die nodig zijn om de bevalling op gang te brengen. Sommige vrouwen vinden het strippen vervelend. Andere vrouwen voelen er niet veel van.
Het is vrij normaal dat je bij een tweede, door de voorweeën, al een week of wat rondloopt met bijvoorbeeld 2-3 centimeter ontsluiting.
Vóór 3 cm ontsluiting kan de ontsluiting dagen of weken duren. Dit is niet bijzonder verontrustend. Het is heel goed mogelijk dat de baarmoederhals bij 35 weken amenorroe iets tot 1 vinger opengaat en dan besluit helemaal niet meer te bewegen tot 37 weken amenorroe.
Om te kunnen strippen moet je baarmoedermond soepel en week zijn en een stukje open staan. Dit komt vaker voor als je eerder bent bevallen. Bij een stugge, gesloten baarmoedermond is strippen niet mogelijk. Het strippen tijdens het inwendig onderzoek kan een vervelend gevoel geven.
Als het strippen niets doet, kunnen we het onderzoek na 48 uur herhalen. We doen dit alleen als je wel 2 nachten normaal geslapen hebt. Als de 2e maal strippen geen effect heeft, ga je rond de termijn van 41+5 naar het ziekenhuis voor Page 4 een consult bij de gynaecoloog.
Om ontsluiting te krijgen heb je krampen/weeën nodig. Dat heeft voornamelijk met hormonen te maken in plaats van met bewegen. Het is wel zo dat als je eenmaal krampen/weeën hebt, het supergoed is om te blijven bewegen omdat het ervoor kan zorgen dat de ontsluiting daardoor sneller verloopt.
Het meeste effect van strippen is vanaf een zwangerschapsduur van >41 weken. Zonder strippen werd 46% van de vrouwen die zwanger waren van hun eerste kind 42 weken zwanger. Door te strippen nam dit percentage af naar 29%.
Strippen: vergroten van de kans op een spontane bevalling
Ben je 41 weken of langer zwanger? De verloskundige of gynaecoloog kan dan de kans op een spontane bevalling groter maken door je baarmoedermond te strippen. De verloskundige of gynaecoloog doet dan een inwendig onderzoek en voelt naar de baarmoedermond.
Van 1 tot 3 centimeter ontsluiting is er sprake van de latente fase. In deze fase staat centraal dat je baarmoedermond gunstiger komt te liggen en wat weker en korter wordt onder invloed van prostaglandine. Dit heet ook wel het verstrijken van de baarmoedermond.
Strippen is niet verplicht. Je mag en kunt dus ook gewoon afwachten.
Als je langer dan 42 weken zwanger bent, ben je pas echt overtijd (serotien) Er is echter een normale speling tussen de 37 en 42 weken. Dus als je binnen deze periode bevalt is dat heel normaal. Als je langer dan 2 weken overtijd loopt, noemen we dat serotien.
De meeste baby's worden geboren tussen de 37 en 42 weken, dit is een normaal termijn. Vaak zien we dat de meeste baby's net na de 40 weken besluiten te komen, 20% gaat voorbij de 41 weken en slechts 5% voorbij de 42 weken.